DEN HAAG - De Nederlandse overheid moet zich voor het Europees Hof verantwoorden voor het niet afdragen van 18,5 miljoen euro aan douanerechten. De Europese Commissie heeft de zaak aangedragen, zo maakt de Commissie op donderdag bekend.

 

Ook het Verenigd Koninkrijk en Italië zijn voor de Europese rechter gesleept, voor het niet over de brug komen met respectievelijk 2,7 miljoen en 2,1 miljoen euro aan douanerechten.

 

In het geval van Nederland betreft het de import van melkpoeder en rijst uit Curaçao in de periode 1997 tot 2000 en grutten en rijstproducten uit Aruba in 2002-2003. De goederen werden uitgevoerd met zogenoemde EUR.1-certificaten. Deze geven recht op korting of kwijtschelding van douanerechten en mogen alleen worden gebruikt tussen landen waarmee de EU tweezijdige vrijhandelsovereenkomsten heeft gesloten.

 

Volgens Brussel heeft Nederland deze certificaten oneigenlijk gebruikt voor de overzeese gebieden. De Commissie begon al in 2013 een procedure over deze kwestie. Nederland werd in oktober 2014 door de Commissie op de hoogte gesteld van de veronderstelde misstanden.

 

Het Nederlandse ministerie van Financiën zegt dat ze heeft kennisgenomen van het besluit van de Commissie om naar het Hof te gaan en dat ze verzoekschrift dat zij zullen indienen af wachten alvorens een eventueel verweerschrift op te zullen stellen.