Toespraak Advocaat-generaal (AG) mr. Leomar Angela
- September 11, 2016 7:44 PM
Toespraak Advocaat-generaal (AG) mr. Leomar Angela ter gelegenheid van de installatiezitting op 9 september 2016.
Geachte aanwezigen
Allereerst een bijzonder welkom aan de kinderen in ons midden. Bijzonder, omdat de zitting doorgaans voor hen off limit is.
Deze minderjarige personen, zoals het Wetboek van Strafvordering ze noemt, kunnen slechts als toehoorder op de strafzitting worden toegelaten als ze de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt. En dat is maar goed ook, want de zaken, die in deze rechtszaal de revue passeren, zijn vaak niet voor kinderogen- en oren bestemd.
Hun aanwezigheid en ook mijn plek in de sprekersorde brengen me tot een korte en ietwat luchtige beschouwing van mijn onderwerp, het metier van de officier van justitie. Ik verwacht, dat u dat zult waarderen, want om met Mark Twain te spreken “after 20 minutes of a sermon no more souls are saved.”
Deze rechtszaalsetting heeft veel weg van een echte terechtzitting, met de rechterlijke macht achter en aan weerszijde van de tafel gezeten (alleen normaliter niet in zulke groten getale aanwezig) en de advocaat op de vloer. Alleen de verdachte en de tolk ontbreken.
Officieren, waarover dit praatje gaat, worden tot de staande magistratuur gerekend, omdat ze, uit respect voor het Gerecht, uit aloude gewoonte, staand het woord voeren. Staand en, zoals u ziet, ook in toga.
Het gebruik van de toga is niet optioneel, doch bij wet verplicht. De wet geeft zelfs vrij gedetailleerd aan hoe toga en bef – het ensemble heet ambtskostuum – er uit moet zien en ik kan u zeggen, dat de mijne, Taylormade op kosten van ons management, er aan voldoet.
Ongetwijfeld ziet u ook, ondanks de aanbeveling van rechter Carmelia, gedaan in zijn installatierede van vorig jaar, om te komen tot een Caribische, lees, althans zo heb ik het begrepen, ietwat vrolijke toga, dat het er nog steeds bijzonder sober uitziet.
Gelukkig dus maar, dat de wet niet ook voorschrijft wat onder de toga moet worden gedragen, zodat toch iets individueels van de togadrager, alhoewel ondergeschikt en soms niet meer dan een vleugje kleur, kan doorschijnen.
Maar goed, ge-toga’d als nu vindt het onderzoek op zitting, onder leiding van de rechter, plaats, waarbij de officier doorgaans tot bewezenverklaring en straf rekwireert en de advocaat de verdachte verdedigt.
Zoals de rechter de leiding heeft van het onderzoek op zitting, zo heeft de officier de leiding over het voorbereidend onderzoek, dat aan de zitting voorafgaat, en het is juist daarin, dat het fundament wordt gelegd voor de strafzaak op zitting.
Daarmee is niet gezegd, dat het voorbereidend onderzoek, dat, anders dan de zitting, niet openbaar is, een solistische inspanning van de officier is. De officier mag wel, zoals de wet voorschrijft, belast zijn met de opsporing en vervolging van strafbare feiten, deze taak is enkel uit te voeren in partnerschap met derden, waarvan de politie veruit de belangrijkste is.
Het is immers de politie, die feitelijk onderzoek doet naar strafbare feiten. De officier geeft daar leiding aan en neemt op grond daarvan een vervolgingsbeslissing, waarvan het dagvaarden van de verdachte het meest tot de verbeelding spreekt, want daarmee komt de zaak voor de rechter.
Dat voorbereidende proces nu stelt hoge eisen aan de vaardigheden van de officier, omdat het zich altijd afspeelt in het spanningsveld tussen aan de ene kant rechtshandhaving en aan de andere kant grondrechten en vrijheden van burgers. Vrijheden, die soms, in het kader van het onderzoek, moeten wijken door de toepassing van vrij ingrijpende strafvorderlijke dwangmiddelen, zoals een arrestatie, een telefoontap, een huiszoeking.
Het is de taak van de officier om in die fase het onderzoek juridisch scherp te houden en loodsen naar een oplossing, die recht doet aan de zaak.
In dat proces zijn niet alleen dus juridische vaardigheden van belang, doch ook sociale behendigheid, inlevingsvermogen en communicatieve vaardigheden.
In het juridische is het aan de officier om bijvoorbeeld de laatste ontwikkelingen in de jurisprudentie effectief uit de doeken te doen voor de politie. Doe je dat niet, dan kan je slagen gaan missen in je onderzoekpraktijk, waardoor je bepaalde zaken niet meer kunt bewijzen of tegen onherstelbare processuele fouten aanloopt. Denk bijvoorbeeld aan het recente overzichtsarrest van de Hoge Raad over medeplegen, waarin het verschil tussen medeplegen en medeplichtigheid is aangescherpt en het arrest over rechtsbijstand, waarin is uitgemaakt, dat de verdachte recht heeft op bijstand en aanwezigheid van zijn advocaat tijdens het (politie)verhoor.
Bij de overige vaardigheden is uiteraard het inzicht in culturele waarden, normen, gebruik en taal van dit eiland en regio van belang.
In mijn tocht in het justitiële procesgebied heb ik persoonlijk altijd veel gehad aan het Papiaments – ook al is de mijne van oorsprong Arubaans – en dan niet alleen in het contact met de politie, waarvan de meerderheid van oorsprong Papiamentstalig is, maar ook met personen, die vaak, hun ondanks, verzeild zijn geraakt in het strafproces, zoals bijvoorbeeld slachtoffers van delicten, met wie je als officier vaak moeilijke en emotionele gesprekken moet voeren over een zaak.
Deze taalkwestie is bij de politie overigens een immer aanwezige horde, die dagelijks moet worden genomen, omdat zij bij het relateren van bevindingen constant een vertaalslag naar het Nederlands moet maken, immers alle processen-verbaal, een van de belangrijkste bewijsmiddelen in het strafprocesrecht, worden in het Nederlands opgesteld en aangeleverd. Begrip daarvoor en assistentie daarbij is een pre voor de officier.
In mijn herinnering over de taal is het geval van een ietwat oudere meneer uit Boca Sint Michiel, die bij mij, toentertijd als rechter-commissaris, een getuigenverklaring kwam afleggen. Pas toen hij doorhad, dat ik Papiaments sprak, plofte hij zichtbaar opgelucht tegenover mij neer met de opmerking “Esta bon, un makamba ku ta papia Papiamento!” Dat schepte gelijk een band, ik zei nog wel, dat ik geen makamba was, maar kennelijk was dat niet zo heel belangrijk. Daarna barstte hij los in het Sint Michiels, waarmee hij, wellicht onbedoeld, een nieuw probleem creëerde, voor mij, dat is, want dat Papiaments, was niet altijd goed te volgen.
Het is an sich een mooi en spannend vak, het vak van de officier, maar tegelijkertijd is het niet voor iedereen weggelegd. De keerzijde is namelijk, dat je lang niet met iedereen vrienden kunt zijn en dat je in bepaalde gevallen zelfs delen van de samenleving en/of het bestuur tegen je kan krijgen. Daar moet je tegen bestand zijn.
De verfilming van het onderzoek naar en de rechtszaak over de moord op president John F. Kennedy “JFK” van de bekende regisseur Oliver Stone is daar een typisch voorbeeld van.
Overigens haalt de officier doorgaans het Hollywood genre niet. Waarschijnlijk zijn we, als beroepsgroep, niet glamorous genoeg, want, laten we wel zijn, meestal gaan de films over de politie en de tegenpartij of advocaten. Ook rechters doen het daarin niet bijzonder goed, want als het al in de films gaat om rechtszaken, worden die vaak belicht vanuit de rol en perspectief van de advocaat, vide daarvoor blocbusters als “A Few Good Men”, “The Devil’s Advocate” en recentelijk “the Judge”.
Glamourous of niet, door dit praatje weet u nu, dat het de officier is, die die spectaculaire politiezaken, waarover menig film gaat, tot bewijsbare rechtszaken verheft en ter berechting voor het gerecht brengt. Aldus is de officier een spil in de rechtshandhaving op weg naar een veiliger samenleving voor ons allen. En dat nu is een fantastisch goed.
Dank voor uw aandacht.
mr. M.L.A. Angela, advocaat-generaal
Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank
- May 08, 2021 6:14 PM
THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.
Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang
- May 07, 2021 8:04 AM
In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.
Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt
- February 22, 2021 4:51 PM
- Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
- De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
- Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.
NEWSLETTER
Subscribe to the Dutch Caribbean Legal Portal Newsletter and stay in touch and up-to-date with legal activities in the Dutch Caribbean.
Couldn't find list with id : 89bffa7244