Toespraak Hofpresident van der Poel bij installlatie M. Koopmans

KRALENDIJK - Toespraak van mr. E.J. van der Poel, president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, bij gelegenheid van de installatie van mr. M.L.J. Koopmans als lid van dit Hof op 5 september 2014
 
Dames en heren,
 
Van harte welkom op deze plechtige maar vooral ook feestelijke installatiezitting van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in deze zittingszaal in het Fort Oranje op Bonaire.
 
Wat staat er op het programma?
 
Wij gaan zo over tot de formele installaties op voordracht van de Procureur-Generaal, waarna de Besluiten tot benoeming door de griffier zullen worden voorgelezen.
 
Vervolgens zijn er toespraken van mij, de Procureur-Generaal en de Deken van de Orde van advocaten.
 
Daarna zal het nieuwe lid van het Hof, mede namens de andere geïnstalleerden, als laatste het woord voeren.
 
En dan is het de hoogste tijd voor de door het Openbaar Ministerie aangeboden receptie en uw felicitaties waarvoor u natuurlijk in de eerste plaats bent gekomen. U moet daar nog even geduld voor hebben.
 
Ik geef nu het woord aan de Procureur-Generaal voor het houden van zijn requisitoir.
 
Graag verzoek ik de griffier om de Besluiten tot benoeming voor te lezen.
 
Met de voorlezing van deze Besluiten zijn mrs. Koopmans, Hambeukers en Doedens tot respectievelijk lid van het Hof, Hoofdofficier en Officier van justitie geinstalleerd.
 
Ik zal de nieuwe Bonairiaanse rechter bij u introduceren en de Procureur-Generaal zal daarna de nieuwe Hoofdofficier en Officier van Justitie voorstellen.
 
Mr. Koopmans is, om het in strafrechtelijke termen uit te drukken, een echte recidivist of, om in de toeristensfeer van Bonaire te blijven, een repeat guest. Hij heeft van 1992 tot 1996 deel uitgemaakt van dit Hof en heeft als ingevlogen rechter destijds Bonaire bedient. Dus voor ons, en dan spreek ik over de oude garde, een goede bekende.
Zijn loopbaan heeft zich overigens voornamelijk in Almelo afgespeeld, in een rechtbank die wordt gekenmerkt door rechters die van aanpakken weten en praktisch en efficient werken.
Daar heeft mr. Koopmans alle takken van het recht beoefend: strafrecht, civiel recht, insolventierecht en bestuursrecht. Als vice-president heeft hij een fraudekamer voorgezeten en als coördinerend vice-president heeft hij de sectoren bestuursrecht en strafrecht geleid.
Daarnaast heeft hij Geschillencommissies voorgezeten en is hij als docent verbonden geweest aan het opleidingsinstituut voor de rechterlijke macht. Voor dat instituut heeft hij veel cursussen op het gebied van het strafrecht en het strafprocesrecht gegeven.
Kortom een alleskunner en iemand die van aanpakken weet. Daarbij wordt hij in Overrijssel en daarbuiten geroemd om zijn sterk ontwikkeld analytisch vermogen, zijn besluitvaardigheid en creativiteit in het oplossen van juridische geschilpunten. Zijn informele aanpak combineert hij met een gezaghebbende uitstraling en daarbij geniet hij zichtbaar van de uitdagingen die het rechterschap hem biedt. 
 
Met hem heeft het Hof op Bonaire een dynamische en ondernemende rechter gekregen die ook zo nu en dan ondersteuning aan het Gerecht in Curaçao geeft. Daardoor is hij een invliegende rechter gebleven, maar nu andersom (van Bonaire naar Curaçao).
 
U bent vast benieuwd waarom een rechter van zijn kaliber het wereldse Almelo verruilt voor het eilandelijke Bonaire. Hopelijk kan hij u daar in zijn slotwoord uitsluitsel over geven. Ik weet het al en het is niet alleen omdat hij van sportvissen houdt.
 
Maarten en Aleid, we zijn blij met jullie komst en wensen jullie veel geluk en werkvreugde in deze tweede termijn en nu op Bonaire.
 
Tot het takenpakket van mr. Koopmans behoort het rechter-commissariaat in strafzaken.
 
Van deze gelegenheid wil ik gebruik maken om over dit onderwerp en over de gevolgen van grote strafzaken voor de Gerechten en het Hof te spreken. 
Het is voor Bonaire een actueel onderwerp. Ik wijs op de Zambezi en Country Garden strafzaken.
Dit zijn omvangrijke en ingewikkelde strafzaken waarin een rechter-commissaris veel getuigen moet horen en andere onderzoekshandelingen moet verrichten. Daarmee wordt de rechter-commissaris zwaar belast en niet alleen hij.
Ook de behandelende strafrechters hebben aan deze zaken een zware klus. In grote dozen op steekwagens worden de dossiers van soms jarenlange onderzoeken bij het Hof binnengebracht. 
Omvangrijke dossiers met duizenden pagina’s als resultaat van de inzet van een groot aantal opsporingsambtenaren en forensische deskundigen.
Al dat materiaal moet door de rechter worden doorgenomen en daarvoor is veel tijd nodig. Tijd die vaak niet aanwezig is. Het Hof beschikt in eerste aanleg voor Curaçao en Bonaire maar over drie strafrechters, één rechter-commissaris op Bonaire en anderhalve rechter-commissaris in Curaçao.
Die moeten naast de wekelijkse reguliere zittingen, voorgeleidingen en getuigenverhoren dit soort megastrafzaken er bij of tussendoor doen.
Vrijstelling voor het behandelen van omvangrijke en bewerkelijke strafzaken is er niet bij. Er moet onder grote werkdruk in een beperkte tijd en met een beperkte ondersteuning worden gewerkt.
 
Dergelijke strafzaken worden in Nederland door een meervoudige strafkamer met drie rechters, enkele plaatsvervangende rechters en een flink aantal juristen als ondersteuninggedaan. Dat team krijgt dan maanden en soms meer dan een jaar vrijstelling om zich volledig met die strafzaken bezig te houden.
 
Helaas heeft het Hof die mogelijkheden niet. Hier moeten de strafzaken door een enkele rechter, bijgestaan door een griffier, worden gedaan.
Er is aan deze kant van de oceaan sprake van een grote onevenwichtigheid in de strafrechtketen. Aan de ene kant worden er miljoenen besteed aan grote strafrechtelijke opsporingsonderzoeken met de inzet van een groot aantal rechercheurs en forensische onderzoekers. Aan de andere kant worden er geen fondsen ter beschikking gesteld voor de rechtspraak om dergelijke zaken te behandelen.
 
Voor de behandeling van megastrafzaken als bijvoorbeeld Zambezi, Country Garden en Magnus krijgt het Hof slechts een bedrag van NAf 5.202,- per zaak.
Dat is een vergoeding voor alle kosten die het Hof moet maken, dus van de rechter-commissaris, de strafrechter in eerste aanleg en van de rechters in hoger beroep en alles wat daar nog bij komt.
De feitelijke kosten zijn een veelvoud (soms dertigvoud) van die vergoeding en u zult begrijpen dat het met de toegenomen stroom van dergelijke megazaken zo niet langer kan.
Het Hof moet deze zaken op een verantwoord kwalitatief niveau met de inzet van voldoende rechters en ondersteuning kunnen afdoen. De landen zijn daarvoor verantwoordelijk en dienen het Hof daartoe in staat te stellen, waarbij ik er vanuit ga dat zij goede rechtspraak in deze zaken willen.
 
Wat is er nodig? Allereerst een beter bekostigingsstelsel. Als het Hof een fractie van het opsporingsbudget in een bepaalde zaak zou krijgen, bijvoorbeeld 5 %, dan zou dit een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie zijn. 
 
Met dat geld kan het Hof dan in staat worden gesteld om het rechter-commissariaat in strafzaken in alle vestigingen te verstevigen, te beginnen met het aanstellen van een coördinerend rechter-commissaris met ruime ervaring in omvangrijke en gecompliceerde strafzaken.
 
Die kan dan de instructie in deze zaken doen en ook de supervisie houden over het rechter-commissariaat in alle vestigingen, hetgeen zal leiden tot een consistent en op elkaar afgestemd beleid. Dan is er ook meer flexibiliteit bij de inzet van rechters-commissarissen in individuele zaken en komt het werk niet steeds terecht bij die ene rechter-commissaris die nu zo zwaar belast is.
 
Voorts kan het Hof dan met dat geld een extra strafrechter aantrekken die de reguliere strafzaken behandelt indien een rechter van de vaste bezetting voor een megastrafzaak geruime tijd moet worden vrijgesteld. Of er wordt een beroep gedaan op een zeer ervaren strafrechter uit Nederland die voor een dergelijke megastrafzaak tijdelijk overkomt.
 
Tenslotte kunnen dan secretarissen worden aangetrokken die de zaak voorbereiden zodat het tijdrovende voorwerk voor de rechter beperkt kan blijven en deze zich op de kern van de zaak kan richten.
 
Voor 2015 is er enig perspectief omdat de landen hebben ingestemd met een aparte bekostiging voor een beperkt aantal megazaken, in totaal vijf voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire gezamenlijk. Meer zaken kunnen er volgend jaar dus niet worden aangebracht. 
 
Het is een begin en indien de landen dan ook daadwerkelijk betalen, dan komen we verder. Men moet bedenken dat de strafrechtketen zo sterk is als de zwakste schakel en indien het Hof door het ontbreken van capaciteit geen megastrafzaken meer kan behandelen dan wordt de rechtspraak vanzelf de zwakste schakel.
Dan heeft het geen zin om grote opsporingsonderzoeken te starten omdat de verdachten uiteindelijk niet kunnen worden berecht.
Het Hof wil het niet zover laten komen en daarom deze waarschuwende woorden.
 
Ik geef ik nu graag het woord aan de Procureur-Generaal.

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.