Voorstel geprovoceerde erkenning buiten de rechter om: moeder kan de verwekker noemen bij de burgerlijke stand

WILLEMSTAD - Op dinsdag 16 januari 2018, op het symposium “20 jaar Kinderrechten in Curaçao” aan de University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez, in aanwezigheid van de Gouverneur, de premier en enkele Statenleden, heeft prof.mr. Jan de Boer gesproken over het hoge aantal kinderen in Curaçao dat juridisch geen vader heeft.

Hun geboorteakte vertoont een lege plek. Dit is niet in het belang van het kind. Uit het Kinderrechtenverdrag vloeit een positieve verplichting voor het Land Curaçao voort om hier iets aan te doen. Er ligt thans bij de Minister van Justitie Girigorie een ontwerp waarmee beoogd wordt meer kinderen aan een vader te helpen. De in 2012 ingevoerde gerechtelijke vaststelling van het vaderschap heeft niets geholpen.

Nu wordt voorgesteld dat de moeder of de Voogdijraad de naam van de vermoedelijke verwekker kan noemen aan Kranshi (de ambtenaar van de burgerlijke stand). Kranshi zal dan de genoemde man daarmee confronteren. Minister Girigorie staat positief tegenover het ontwerp, maar het kost wel geld (naar schatting NAf 300.000,-- per jaar). De vraag is of het Land Curaçao dit bedrag ervoor over heeft.

Zie hieronder de tekst van de lezing van prof.mr. Jan de Boer.

 

Lezing 16 januari 2018 – 20 jaar kinderrechten in Curacao – University of Curacao:
“Geprovoceerde erkenning buiten de rechter om: moeder kan de verwekker noemen bij de
burgerlijke stand”
 
Excellentie, dames en heren,
 
Ik zal spreken over de mogelijkheden om een kind aan een vader te helpen. En dan bedoel ik
natuurlijk een juridische vader. Ieder kind heeft al een biologische vader. Ik bedoel een vader die
vermeld wordt in de geboorteakte van het kind.
 
Het gaat hier om een belangrijk maatschappelijk fenomeen. Heel véél kinderen in Curacao
hebben géén juridische vader.
 
Hoe krijgt een kind een vader? Dat is volgens de huidige wet:
- door geboorte binnen huwelijk: de echtgenoot van de moeder is dan vader;
- door erkenning: de man neemt vrijwillig het vaderschap op zich;
- door gerechtelijke vaststelling: dus vaststelling door de rechter van het vaderschap van
een onwillige man; en ten slotte
- door adoptie.
 
Verreweg de belangrijkste vormen zijn: de geboorte binnen huwelijk en de erkenning. Volgens
cijfers van Kranshi wordt een ongeveer kwart van de kinderen (25%) in een huwelijk geboren;
ongeveer de helft (50%) van de kinderen wordt erkend door de vader. Resteert een ander kwart
(25%) dat geen vader heeft. De geboorteakte van deze kinderen bevat een lege plek. De naam
van de moeder is ingevuld, de naam van de vader niet.
 
25% is een heel hoog percentage. In Nederland is het waarschijnlijk 1-2 %.
 
De SEDA – dat is de Fundashon Sentro di Dama – vindt dit een maatschappelijk onwenselijke
situatie. Ik geloof dat de SEDA hierin gelijk heeft. Psychologisch is het beter voor een kind dat
er een juridische band bestaat met de vader. Een juridische band is niet vrijblijvend. Kinderen
hebben behoefte aan een ‘role model’. Een juridische vader kan ook beter op zijn
verantwoordelijkheden jegens het kind worden aangesproken.
 
Hier komt het volgende bij. Artikel 7 lid 1 van het Verdrag inzake de rechten van het kind,
waarbij Curacao inmiddels twintig jaren is aangesloten, hetgeen wij thans vieren, bepaalt: ‘Het
kind (…) heeft vanaf de geboorte (…), voor zover mogelijk, het recht zijn of haar ouders te
kennen, en door hen te worden verzorgd.’
 
Lid 2 zegt: ‘De Staten die partij zijn, waarborgen de verwezenlijking van deze rechten in
overeenstemming met hun nationale recht en hun verplichtingen krachtens de desbetreffende
internationale akten op dit gebied (…).’
 
Hieruit kan m.i. worden afgeleid dat landen die gebonden zijn aan het Kinderrechtenverdrag een
positieve verplichting hebben iets te doen aan bestaande hoge vaderloosheid.
 
Ook uit het EVRM, het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden, vloeit zo’n positieve verplichting voor Curacao voort. Het Europese Hof voor de
rechten van de mens heeft al verscheidene malen uit het recht van het kind op respect op zijn of
haar privé leven, dat gegarandeerd is in artikel 8 EVRM, een recht op vaststelling van een
juridische band met de verwekker afgeleid.
 
Curacao staat overigens niet alleen met een hoog percentage vaderloosheid. In het gehele
Caribische gebied worstelt met het vraagstuk.
 
De SEDA is al heel lang bezig met het vaderschap. In 1995 – ik was toen nog hoogleraar in
Amsterdam en woonde nog in Nederland – heb ik de SEDA geholpen met een ontwerp-
gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, dus vaststelling door de rechter. Dit ontwerp is
landsverordening geworden met ingang van 1 januari 2012: dus 17 jaar na aanbieding door de
SEDA aan de Staten. De Staten vonden het onderwerp te gevoelig om snel te worden behandeld.
Een griffier van de Staten heeft mij eens toevertrouwd dat er Statenleden waren met
buitenkinderen. Misschien is dat zo, misschien niet. Maar in elk geval kenden de Statenleden
voldoende mannen met buitenkinderen.
 
De ervaringen met de nieuwe wet over de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap zijn niet
bemoedigend. Moeders stappen niet snel naar de rechter. In de praktijk wordt de gerechtelijke
vaststelling van het vaderschap alleen maar gebruikt uit financiële motieven, dus na het
overlijden van de verwekker met geld. Het kind is dan meestal al volwassen. Ook is een
gerechtelijke vaststelling van het vaderschap nodig om een wezenpensioen te krijgen van de
SVB: dan moet het kind nog jong zijn.
 
Kortom, de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap heeft niet geholpen het bestaande
maatschappelijk probleem op te lossen.
 
Gelukkig is de SEDA niet blijven stilzitten. Opnieuw heeft zij mij benaderd, nu met het verzoek
om te helpen met een landsverordening die het mogelijk maakt dat de moeder bij de burgerlijke
stand de naam van de verwekker noemt. Volgens de SEDA bestaat dit systeem in het Caribisch
gebied. Dit klopt. Ik heb inlichtingen ingewonnen bij UNICEF en het systeem bestaat in
Jamaica, Costa Rica, Panama, Peru Chili en enkele staten van Mexico. Men spreekt van
‘reconocimiento provocado’: geprovoceerde erkenning.
 
Er ligt thans bij de minister van Justitie een ontwerp. Minister van Justitie, mr. Quincy Girigorie,
staat er positief tegenover. De tekst vindt u hier boven mijn hoofd weergegeven.
 
Het systeem is het volgende:
 
Binnen een jaar na de geboorte kan de moeder van een kind dat geen vader heeft (dus dat niet in
huwelijk is geboren of is erkend) de naam van de vermoedelijke verwekker noemen aan de
ambtenaar van de burgerlijke stand (Kranshi): art. 206a lid 1.
 
Het moet wel gaan om een beëdigde verklaring van de moeder. Dit betekent dat een bewust valse
verklaring strafbaar kan zijn.
 
Namens de moeder kan ook de Voogdijraad de naam van de vermoedelijke verwekker noemen:
art. 206b.
 
De Voogdijraad krijgt namelijk, als de moeder de naam van de verwekker niet heeft genoemd,
daarvan bericht van Kranshi: art. 206c.
 
Vervolgens moet de Voogdijraad de moeder opzoeken en haar proberen over te halen de naam te
noemen. Het is niet mogelijk de moeder te dwingen. Er zijn landen waarin voor de moeder een
verplichting bestaat de verwekker aan te wijzen, maar welke sanctie moet daarop gesteld
worden: een boete? intrekking onderstand? Het kind afpakken? Vooralsnog is niet gekozen voor
een verplichting van de moeder.
 
De Voogdijraad zal, bij het contact met de moeder, ook de onderhoudsplicht van de verwekker
aan de orde stellen.
 
Zodra aan Kranshi de naam van de vermoedelijke verwekker is genoemd – door de moeder of
door de Voogdijraad – stuurt Kranshi een deurwaarder op de man af. Zie art. 206d lid 1. Het is
denkbaar dat Kranshi eerst een brief stuurt of opbelt met een uitnodiging aan de man om
vrijwillig langs te komen. We denken erover het ontwerp in die zin aan te vullen.
 
In elk geval als de man niet vrijwillig verschijnt bij Kranshi, gaat de deurwaarder op pad: deze
moet de aanwijzing in persoon betekenen: dus niet aan een huisgenoot afgeven e.d.
 
Als de man aan de deurwaarder of later aan Kranshi toegeeft de verwekker te zijn of niet binnen
zes weken bij Kranshi tegenspreekt de verwekker te zijn: geldt dit als erkenning. Zie art. 206d
lid 5.
 
Wel kan de man later aan de rechter vragen de opgedrongen erkenning te vernietigen, zonder
vervaltermijn Maar dan moet hij bewijzen niet de biologische vader te zijn. Zie art. 206f lid 3.
 
De geprovoceerde erkenning heeft geen naamsgevolg. Het kind houdt dus de naam van de
moeder. Zie art. 206f lid 4. Maar de moeder en nieuwe vader kunnen kiezen voor de omzetting
van de geprovoceerde erkenning in een reguliere erkenning die wel naamsgevolg kan hebben.
 
Zie art. 206h. De ouders kunnen dan kiezen voor de naam van de vader of voor een combinatie:
de naam van de moeder gevolgd door die van de vader of de naam van de vader gevolgd door die
van de moeder.
 
Als de man wel tegenspreekt de verwekker te zijn, dan houdt het op. De moeder en de
Voogdijraad daarvan in kennis gesteld door Kranshi. De moeder of de Voogdijraad moeten dan
maar een verzoek bij het Stadhuis indienen tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Zie
art. 206g. De Minister van Justitie heeft verklaard dat de Voogdijraad dit vaker moet doen, zoals
de Voogdijraad ook vaak kinderalimentatie verzoekt.
 
Dat de moeder of de Voogdijraad naar de rechter moeten stappen, is niet ideaal. In Costa Rica
krijgt de man, als hij tegenspreekt de verwekker te zijn, meteen een uitnodiging in de hand
gedrukt om zich te melden bij de staatslaboratorium voor een DNA-test (met wangslijm). Maar
hier in Curacao is geen DNA-laboratorium. Zodra die er is, kan de regeling worden aangepast
conform die van Costa Rica.
 
Dit is in het kort het voorgestelde systeem. Er is echter een probleem. Het kost de overheid geld.
Kranshi moet meer werk doen en moet de deurwaarder betalen. De Voogdijraad moet de moeder
opzoeken en haar proberen over te halen de naam van de verwekker te noemen. Totaal zal het
waarschijnlijk gaan om ca. NAf. 300.000,-- per jaar. Er geldt thans echter een verplichtingenstop
in Curacao.
 
Het zou mooi zijn als de regering dit onderwerp op de agenda wil zetten. Heeft het Land Curacao
op dit moment er NAf 300.000,-- per jaar voor over om aan de positieve verplichting uit het
Kinderrechtenverdrag te voldoen om het extreem hoge aantal vaderloze kinderen terug te
dringen?

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.