Advocate Pastor Orlando B. regeert op vonnis

WILLEMSTAD - Mr. Natacha Harlequin uit Den Haag reageert vandaag met onderstaand persbericht op volgens haar 'wat onwaarheden naar buiten gebracht met betrekking tot het vonnis inzake O.B.'.
 
'De laatste dagen zijn er helaas wat onwaarheden naar buiten gebracht met betrekking tot het vonnis inzake O.B., d.d. 5 juli jl., en de strafoplegging, waardoor er heel wat onbegrip onder de Curaçaose bevolking is ontstaan. De verdediging van O.B. geeft hierbij een korte uitleg hierover. 
 
Indien een verdachte voor meerdere strafbare feiten wordt veroordeeld, kan aan hem het hoogste strafmaximum, plus 1/3e worden opgelegd. Inzake O.B. gold het hoogste strafmaximum voor de ten laste gelegde feiten met betrekking tot verkrachting, waarop een maximum straf staat van 15 jaar. Dit houdt in dat er een maximum straf kon worden opgelegd van 20 jaar. O.B. werd immers verdacht van meerdere strafbare feiten. De verdediging merkt op dat dit niet was geëist door het Openbaar Ministerie om haar moverende redenen. Het Openbaar Ministerie had aanvankelijk een straf geëist van 18 jaar. O.B. heeft uiteindelijk een straf opgelegd gekregen van 9 jaar. 
 
Waarom heeft het Gerecht een lagere straf opgelegd dan de maximaal mogelijke straf en waarom lager dan de eis van het Openbaar Ministerie? 
 
O.B. werd verdacht van een 10-tal zedendelicten, waarvan er 4 betrekking zouden hebben op minderjarigen, die inmiddels ruimschoots meerderjarig zijn. Voor het plegen van zedendelicten met drie van deze minderjarigen is O.B. door het Gerecht vrijgesproken, vanwege gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Voor het vierde feit met betrekking tot een minderjarige is het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard door het Gerecht, omdat er geen klacht was ingediend. Daarnaast is O.B. een ‘first offender’. Dit houdt in dat hij nooit eerder voor dergelijke feiten is veroordeeld. 
 
Daarbij komt nog dat er met betrekking tot de meerderjarigen kan worden gezegd dat de druk van het onderhouden van een onzedelijke relatie met O.B. volgens het Gerecht heeft bestaan uit het feit dat O.B. hun pastor was, er daardoor een vertrouwensband bestond en er een leeftijdsverschil was van meer dan 20 jaar. Er is derhalve in geen van de gevallen fysiek geweld gebruikt door O.B. jegens de aangeefsters. Dit is ook niet door de aangeefsters genoemd. Noch was er sprake van het in een trance brengen van bedoelde aangeefsters door O.B. Dit is dan ook niet door het Gerecht bewezen verklaard. Dit alles heeft geleid tot een strafvermindering, omdat het Openbaar Ministerie bij haar strafeis ervan uit is gegaan dat er ook een veroordeling zou volgen met betrekking tot de zedendelicten, waarvan zij O.B. beticht, met betrekking tot de minderjarigen, al dan niet gepaard gaande met fysiek geweld. Van dit alles bleek derhalve geen sprake te zijn. 
 
De verdediging is tegen het vonnis van het Gerecht in hoger beroep gegaan, omdat in zedenzaken doorgaans de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ), gevestigd in Nederland, ingeschakeld moet worden om in ieder geval de geloofwaardigheid van de verklaringen van de aangeefsters en de getuigen te kunnen toetsen. 
 
Het LEBZ bestaat uit klinische psychologen en pedagogen, functieleerpsychologen en rechtspsychologen, ervaren zedenrechercheurs en gedragskundigen Korps landelijke politiediensten (tevens rapporteurs). Het LEBZ dient geraadpleegd te worden voordat er strafvorderlijke beslissingen in het opsporingsonderzoek worden genomen. 
 
Het LEBZ is in 2012/2013 tevens in een andere Curaçaose zedenzaak ingeschakeld, waarbij er uiteindelijk was geconcludeerd door het LEBZ dat de aangiftes en getuigenverklaringen niet op de waarheid berustten. Waar kan dit aan liggen? Het kan gaan om hervonden herinneringen aan seksueel misbruik, herinneringen aan seksueel misbruik van voor de derde verjaardag, ritueel misbruik, seksueel misbruik dat naar voren komt na een echtscheiding, groepsverkrachtingen met onbekende daders of misbruik van langer dan acht jaar geleden. In al deze gevallen is de herinnering van een aangeefster dermate vertroebeld, dat zij zelf ook niet meer precies weet wat er met wie is gebeurd en wanneer. Een ‘valse’ aangifte hoeft derhalve niet per definitie opzettelijk te zijn. 
 
In de zojuist genoemde gevallen projecteren de aangeefsters gebeurtenissen om iemand die op dat moment dicht bij hen staat en zijn er doorgaans zelf absoluut van overtuigd dat zij door deze persoon misbruikt zijn, terwijl dat in de zojuist genoemde gevallen vaak niet waar is. 
 
Of ook in deze zaak van de zojuist genoemde omstandigheden sprake is dient middels een zeer specifieke expertise, wat het LEBZ heeft, te worden beoordeeld. Dit verzoek zal bij het Hof worden neergelegd.'

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.