NEDERLAND - De traditionele juridische beroepen genieten in Nederland een hoog maatschappelijk aanzien. En dat aanzien is de laatste jaren nog toegenomen ook.

 

Dat blijkt uit het beroepenimago-overzicht van drie onderzoeksinstellingen, dat vandaag is gepubliceerd.

 

De chirurg staat op één maar de rechter bezet onbetwist een tweede plaats – hoewel hij in het verleden ook wel eens is geëindigd op de eerste positie. Advocaten staan op de vijfde plek, notarissen op de zevende en de commissaris van de politie op plaats twaalf. De officier van justitie en de gerechtsdeurwaarder komen in het overzicht niet voor.

 

Voor het onderzoek werden vijf groepen ondervraagd: de beroepsgroep zelf, studenten aan de lerarenopleidingen, ouders, leerlingen (alleen op de middelbare school en het mbo) en een dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA, Maastricht), beleidsadviesbureau Ecorys en onderzoeksbureau Kantar Public (voorheen TNS Nipo).

 

Het is de derde keer dat de lijst is samengesteld, de vorige dateren van 1982 en 2006. Zowel voor de advocaat als de rechter geldt: hun aanzien in 2017 is hoger dan dat in 2006, en dat was weer hoger dan in 1982 – in 35 jaar is hun imago dus aardig gestegen. Vooral advocaten maakten tussen 2006 en 2017 een flinke imagosprong: van de 9e naar de 5e plaats.

 

Opvallende prestigeklimmers zijn verder profvoetballers (van 55 naar 25) en acteurs (van 65 naar 48). “Net als advocaten varen zij wel bij veel positieve aandacht in de media”, zegt onderzoeker Frank Cörvers tegen de Volkskrant. “Er gaat bovendien veel geld in die beroepsgroepen om.”

 

Mr.online