PHILIPSBURG/WILLEMSTAD — Het Openbaar Ministerie (OM) St. Maarten is in beroep gegaan tegen de vonnissen in de zaak Masbangu. Roy Heyliger (62), oom van politicus Theo Heyliger en tevens leider van United People Party en de agenten Ashwin Martina, C. Carolina en Robert James, zijn op 14 september jl. vrijgesproken van (poging tot) omkoping in het kader van de Statenverkiezingen in 2010. Volgens het OM dient het aannemen van geld of giften van politici, als ‘vote buying’ te worden beschouwd en was er sprake van een stilzwijgende overeenkomst.

 

Het onderzoek draait dus om stemfraude tijdens die verkiezingen. De agenten zijn verdacht van het verkopen van hun stem voor 300 dollar, en Heyliger wordt verdacht van het kopen van hun stemmen. Volgens het gerecht kan op basis van het dossier worden vastgesteld dat de medeverdachten (vier ex-agenten) geld hebben gevraagd aan Heyliger en dat hij hen dat geld ook heeft gegeven. Eveneens staat, naar het oordeel van het gerecht, vast dat Heyliger dat geld heeft gegeven met de bedoeling hen te bewegen om op de UP Party te stemmen. Volgens de rechter is echter niet vast komen te staan dat er voor die betaling een tegenprestatie – te weten het stemmen op een bepaalde partij – is overeengekomen, noch dat daartoe een poging is gedaan.

 

Uit het vonnis van afgelopen week blijkt dat een betaling of een gift doen aan een persoon, niet vanzelfsprekend betekent dat er sprake is van stemfraude, zeker indien de betaalde persoon zich vrij voelde om te stemmen op de politieke partij van zijn of haar keuze.

 

Het aannemen van geld en goederen van vertegenwoordigers van politieke partijen door stemgerechtigden, dient in de visie van het OM echter te allen tijde te worden beschouwd als ‘vote buying’. “De omstandigheden waaronder de verdachten het geld hebben aangenomen en Heyliger het geld heeft gegeven, maken dat voor hen duidelijk moet zijn geweest, dat als tegenprestatie hun stem op de UP Party werd verwacht.”

 

Uit het dossier volgt, naar de mening van het OM, dat er in ieder geval sprake was van een ‘stilzwijgende’ overeenkomst. Op dat (cruciale) punt wenst het OM een beslissing van het hof in te roepen.

 

Voor de voltooiing van het delict is – ook volgens het Gerecht in Eerste Aanleg – voldoende, dat partijen overeenstemming hebben bereikt over het op een bepaalde wijze stemmen in ruil voor geld. “Dat uiteindelijk toch anders wordt gestemd maakt dat niet anders”, aldus het OM.

 

 

Komende verkiezingen

 

Voor de komende verkiezingen zal het OM, ook op Curaçao, alert zijn op signalen die het uit de samenleving ontvangt, over het aannemen van geld of goederen van vertegenwoordigers van politieke partijen, en waar mogelijk overgaan tot opsporing en vervolging.

 

Hier op het eiland hebben bezorgde burgers in de sociale media zelfs aan het OM voorgesteld om agenten in burger bij de stembureaus te zetten. Het OM Curaçao meldt dat geüniformeerde agenten aanwezig zullen zijn bij de stembureaus en dat iedereen bij het constateren van stemfraude aangifte moet doen bij de politie, zodat het OM een onderzoek kan starten. Conform het Wetboek van Strafrecht kunnen schuldigen hiervoor maximaal twee jaar celstraf krijgen. Tevens is het mogelijk dat iemand die veroordeeld wordt voor omkoping, ontzet wordt uit bepaalde rechten. Dat kan inhouden dat een veroordeelde niet meer mag stemmen dan wel zich niet meer verkiesbaar mag stellen. Het OM Curaçao heeft al drie keer in een officieel persbericht gewaarschuwd alert te zijn voor de Statenverkiezingen volgende week vrijdag.

 

Het vonnis is dus ook voor de Curaçaose bevolking belangrijk, aangezien vonnissen die door het gerecht op St. Maarten uitgesproken worden, zoals alle andere vonnissen, ook gelden voor Curaçao en de BES-eilanden, en vice versa.

 

Een datum voor de hofzitting wordt later vastgesteld.