ORANJESTAD — De Raad van Advies (RvA) vindt dat Toerisme-minister Otmar Oduber met zijn recente uitspraken in het parlement de gehele Raad heeft beledigd en de deskundigheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van alle leden in twijfel heeft getrokken.

 

De RvA ontkent met klem enige partijdigheid en vindt de uitlatingen van Oduber ‘onacceptabel’. De minister reageert dat hij kritisch was, maar niet beledigend.

 

Tijdens de recente Statenbehandeling van het wetsvoorstel ter regulering van all inclusive-accommodaties heeft minister Oduber gezegd dat Raadslid Rik Timmer, als financieel directeur van Metacorp (eigenaar van onder meer het Renaissance Resort & Casino), in de Raad als vertegenwoordiger optreedt van hotelorganisatie Ahata. Het oordeel van de Raad over het betreffende wetsvoorstel zou daarom in het voordeel zijn van het bedrijf waar Timmer werkzaam is, aldus de minister.

 

Ahata is namelijk tegen regulering en voerde de afgelopen maanden in de media fel campagne tegen het wetsvoorstel van de minister. Ook de Raad gaf een negatief oordeel en adviseerde om het opnieuw in de ministerraad aan de orde te stellen, aan te passen en daarna opnieuw aan de RvA aan te bieden. De minister legde dit advies naast zich neer en beschuldigde de Raad vervolgens tijdens de openbare behandeling in de Staten van partijdigheid.

 

Belangenverstrengeling

 

De RvA laat weten ‘zeer teleurgesteld’ te zijn in de uitspraken van minister Oduber en wil het publiek duidelijk maken dat de Raad een aantal duidelijke regels en afspraken heeft, om (de schijn van) belangenverstrengeling tegen te gaan.

 

Omdat het lidmaatschap van de Raad van Advies geen hoofdfunctie is, oefenen de leden vaak andere (neven)functies uit. “Dat heeft enerzijds een groot voordeel: de leden staan met beide benen in de maatschappij en adviseren niet vanuit een ivoren toren. Anderzijds kan er door de (neven)functies sprake zijn van belangenverstrengeling of de schijn daarvan.” Alle (neven)functies van haar leden worden echter op de website van de RvA geopenbaard. Daarnaast participeert een lid niet aan beraadslagingen en besluitvorming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of indirect persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken, aldus de Raad. In de notulen van de desbetreffende vergadering wordt hiervan aantekening gemaakt. “Hieruit volgt dat onder meer de heer Timmer zich heeft verschoond en niet aan de vergaderingen over het bewuste wetsvoorstel heeft geparticipeerd, noch bij de totstandkoming van en besluitvorming over het advies betrokken is geweest”, besluit de RvA.

 

Besluitvorming in de Raad vindt dan ook plaats ‘op basis van gedegen voorbereiding en onderzoek’. Daarbij streeft de RvA naar overeenstemming tussen de leden en consensus ten aanzien van besluitvorming. “De kans dat de mening van één lid prevaleert, is hiermee uitgesloten.”

 

 

Diep treurig

 

De Raad begrijpt dat ‘niet iedereen met kritiek kan omgaan’ en dat ook niet iedereen op de hoogte is van de functie, de positie en het belang van de Raad. “Van personen buiten het bestuur kan men dat misschien ook niet altijd verwachten en dergelijke uitlatingen, hoe onterecht en onjuist ook, moeten gelaten worden voor wat zij zijn: ongefundeerde beweringen en misslagen.” Dat ministers, als openbare gezagsdragers, dergelijke uitspraken doen, is echter ‘onacceptabel’ voor de RvA. En dat dergelijke uitspraken door enkele volksvertegenwoordigers met gejuich worden ontvangen, ‘is diep treurig’, stelt de Raad. Bestuurlijke verhoudingen worden volgens de Raad op onnodige wijze scherp gesteld, ‘hetgeen een goede uitvoering van het wetgevingsproces en de deugdelijkheid van bestuur niet ten goede komt’.

 

Citaat

 

Minister Oduber is blij dat de Raad uitleg verschaft en de schijn van belangenverstrengeling hiermee tegenspreekt. De minister benadrukt echter dat hij tijdens de vergadering in het parlement heeft geciteerd uit een interne mailwisseling van Ahata. Daarin stond (vrij vertaald) dat Timmer Ahata vertegenwoordigt in diverse commissies zoals de Sociaal Economische Raad (SER) en de Raad van Toezicht, aldus Oduber. “Dat is hetgeen ik tijdens de vergadering in het parlement naar voren heb gebracht. Het is letterlijk iets dat Ahata zelf naar haar leden heeft gestuurd.” Dat Timmer niet betrokken is geweest bij het betreffende advies van de RvA, is volgens Oduber alleen maar goed en laat zien dat de Raad haar onafhankelijkheid blijft waarborgen.

 

Amigoe