CARACAS - Steeds meer inwoners van Venezuela gaan de straat op om het vertrek van de linkse president Nicolas Maduro en zijn regering te eisen. Door de hoofdstad Caracas trekt een stoet met daarin honderdduizenden aanhangers van de oppositie.

 

De betogers, gekleed in het wit, roepen dat ‘ze Maduro ten val zullen brengen’, samen met zijn ministers. De oppositie, die zelf zegt een miljoen mensen op de been te hebben gebracht, eist een referendum over het lot van de president. Ze dragen de nationale vlag met zich mee. De demonstranten zouden uit alle hoeken van het land naar de hoofdstad zijn toegestroomd. Maduro was de opvolger van Hugo Chávez, die in maart 2013 overleed.

 

De hevig bekritiseerde regering probeert er intussen alles aan te doen om te zorgen dat er niet al te veel aandacht is voor de onrust. Diverse nieuwsorganisaties melden dat internationale journalisten de toegang tot het Zuid-Amerikaanse land zijn ontzegd.

 

Volgens The Washington Post gaat het om journalisten van onder meer de Franse krant Le Monde, de Colombiaanse radio en het Arabische tv-station Al-Jazeera. Ook journalisten uit eigen land hebben grote moeite hun werk naar behoren uit te voeren.

 

Venezuela verkeert in een diepe economische crisis. Het land is sterk afhankelijk van de verkoop van olie en door de dalende prijzen op de wereldmarkt is de staatsbegroting ingestort. Het Internationaal Monetair Fonds voorspelt dat de inflatie dit jaar zal uitkomen op 480 procent en volgend jaar uitkomt op 1.600 procent. Aan de meest fundamentele goederen, van voedsel tot wc-papier, zijn ernstige tekorten. De deplorabele staat van het land zorgt voor een ware exodus uit het land. De afgelopen twee maanden staken 300.000 Venezolanen de grens over om voedsel en medicijnen in te slaan, schreef The Financial Times ruim een week geleden.