WILLEMSTAD — De Staten konden vandaag geen standpunt innemen over veroordeelde parlementariërs. Er was geen quorum, dus werd de openbare vergadering geschorst.

 

Een nieuwe datum is niet vastgesteld.

 

Slechts negen Statenleden waren aanwezig: Pais-leden Marcolino ‘Mike’ Franco (Statenvoorzitter), Alex Rosaria (leider) en Eugene Cleopa, de onafhankelijke leden Glenn Sulvaran en Omayra Leeflang, PAR-leider Zita Jesus-Leito en MAN-leider Hensley Koeiman.

 

MFK-Statenlid Amerigo Thodé diende eerder al een verzoek in bij de Statenvoorzitter om de vergadering niet door te laten gaan, omdat de zaak tegen zijn leider Gerrit Schotte nog bij de rechter ligt. Zoals bekend is Schotte in beroep gegaan tegen zijn vonnis in eerste aanleg (drie jaar celstraf en ontzetting uit zijn passieve kiesrecht voor vijf jaar) voor ambtelijke corruptie, witwassen, valsheid in geschrifte, valse kennisgeving verlies diplomatiek paspoort en bezit van frequency jammers.

 

Sinds de veroordeling en het instellen van het hoger beroep benadrukken de verdediging van Schotte (Eldon ‘Peppie’ Sulvaran), Schotte zelf en MFK-leden dat Schotte in principe nog steeds onschuldig is, omdat het hof en/of de Hoge Raad deze zaak nog moet behandelen. Een nieuwe behandeling dus. De veroordeling in de zaak-Babel afgelopen februari is ook de aanleiding voor het debat dat vanmorgen zou plaatsvinden.

 

Franco liet Thodé echter in een antwoordbrief weten dat hij geen gehoor kon geven aan zijn verzoek, omdat de vergadering door twaalf leden is aangevraagd en dus niet op verzoek van één lid, dat bovendien het verzoek niet heeft ondersteund, kan worden verdaagd.

 

De aanvragers benadrukken dat de veroordeling niet zonder gevolgen kan blijven en dat de Staten dus een positie moeten kunnen innemen hierover. Het verzoek werd ondersteund door Franco, Rosaria, Cleopa, Leeflang, Sulvaran, Jesus-Leito, Konket, PNP-leider Humphrey Davelaar en de PS-leden Winnie Raveneau, Sherwin Leonora, Elmer ‘Kadè’ Wilsoe, Jaime Cordoba en Melvin ‘Mac’ Cijntje. Het is niet bekend waarom de PS-leden en Davelaar toch niet aanwezig waren. Ook onafhankelijk lid Marilyn Moses bleef, net als de MFK-leden Schotte, Thodé, Gilmar ‘Pik’ Pisas, Jacinta Scoop en Sithree van Heydoorn, weg.

 

‘Schande’

 

Het is niet vreemd dat de MFK-leden niet kwamen opdagen voor het debat, gezien het eerder ingediende verzoek om het te verdagen. De fractie laat vandaag ook duidelijk weten in een brief gericht aan Franco, als reactie op zijn antwoordbrief, dat hij, met de beslissing om de vergadering toch door te laten gaan, voorbij gaat aan de Staatsregeling. Volgens interim-fractieleider Thodé is het een schande dat de overheid zich al vier jaar inspant om politieke tegenstanders te vervolgen, en derhalve de behoeften van de bevolking vergeet.

 

Uit de antwoordbrief van Franco haalt de fractie ‘dat hij ervoor koos om de Staatsregeling te negeren of om die niet eens door te nemen’.

 

MFK verzocht Franco in de brief om de vergadering aan te houden en om rekening te houden met artikel 45 van de Staatsregeling, lid 3. Volgens Thodé staat er in dit artikel: Bij landsverordening kunnen regels worden gesteld voor de vervallenverklaring van het lidmaatschap van een lid van de Staten, dat wegens het begaan van een delict bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is veroordeeld tot een vrijheidsstraf.

 

De landsverordening regelt de misdrijven waarvoor het lidmaatschap van de Staten vervallen kan worden verklaard alsmede de beroepsmogelijkheid van het betrokken Statenlid bij het Hof van Justitie.

 

 

Volgens MFK hebben de Staten conform de Staatsregeling dus geen bevoegdheid om over het lid betrokken bij de zaak-Babel te vergaderen en moet het genoemde artikel daarom in de wet worden opgenomen. “Al was de wet van kracht, quod non, kunnen de Staten niet debatteren over een zaak die nog sub judice is, oftewel een zaak zonder een onherroepelijk vonnis.” Dan nog hebben de Staten niet het laatste woord, aldus de fractie. “Het betreffende lid heeft het recht om in beroep te gaan.”

 

De MFK heeft Franco tevens verzocht om, indien de vergadering toch doorgaat, de tijd goed te gebruiken door bijvoorbeeld te debatteren over hoe de wet, waarin artikel 45, lid 3 van de Staatsregeling moet worden opgenomen, moet worden geconcretiseerd. De partij meent dat men dan ook rekening moet houden met artikel 119 van de Nederlandse grondwet en artikelen 36 en 50 van de Sintmaartense Staatsregeling. Deze geven duidelijk aan wat er moet gebeuren in dergelijke gevallen.

 

Amigoe