THE NETHERLANDS - De Leidse hoogleraar Intellectuele eigendomsrecht Dirk Visser stelt voor dat Johan Cruijff een eigen artikel krijgt in de Nederlandse Auteurswet. In dat artikel moet komen te staan dat de Johan Cruijff Foundation een vergoedingsrecht krijgt voor iedere vorm van commercieel gebruik van de naam of het portret van Johan Cruijff.

 

“De betekenis van Johan Cruijff voor Nederland is gigantisch,” licht Visser toe. “Hij is de bekendste Nederlander. Ook Cruijffs betekenis voor het Nederlandse portretrecht is groot. Door hem is het recht op een redelijke vergoeding voor commercieel gebruik deels in de plaats gekomen voor een vage verbodsmogelijkheid.” Visser verwijst naar het arrest Cruijff/Tirion.

 

Het is volgens Visser daarom passend om Cruijff te eren en zijn werk blijvend te steunen door een aanpassing van de Auteurswet, vergelijkbaar met artikel 301 van de Engelse Copyright, Designs and Patents Act 1988. Dat artikel luidt als volgt:   “The provisions of Schedule 6 have effect for conferring on trustees for the benefit of the Hospital for Sick Children, Great Ormond Street, London, a right to a royalty in respect of the public performance, commercial publication of the play Peter Pan by Sir James Matthew Barrie, or of any adaptation of that work, notwithstanding that copyright in the work expired on 31st December 1987’.

 

Visser stelt het volgende wetsartikel in de Auteurswet voor: ‘Voor iedere openbaarmaking met winstoogmerk van het portret of de naam van Johan Cruijff is een redelijke vergoeding verschuldigd aan de Johan Cruijff Foundation te Amsterdam’.

 

Visser: “Dit vergoedingsrecht zal niet in de tijd beperkt en dus eeuwigdurend zijn, net als bij de auteursrechtelijke vergoeding voor het gebruik van Peter Pan in Engeland. Deze bepaling zou als een nieuw artikel 21a ingevoegd kunnen worden na het bestaande artikel 21 over portretrecht. Nog beter is het echter om het als een nieuw artikel 14 in de Auteurswet op te nemen. Het huidige artikel 14 is tamelijk overbodig en kan worden geschrapt of desgewenst vernummerd tot artikel 14a.”

 

Mr.