‘Belangrijke aanwijzing onrechtmatig handelen Isla’

WILLEMSTAD — De Stichting Humanitaire Zorg Curaçao (SHZC) is namens 22 bewoners onder de rook en mede-eiser Stichting Schoon Milieu Op Curaçao (Smoc), in tegenstelling tot wat andere media berichtten nog in beraad over het aanspannen van een bodemprocedure.
 
Dat melden de stichtingen naar aanleiding van de rechterlijke uitspraak van gisteren, waarbij gevonnist werd dat de beslagen en derdenbeslagen ten laste van de Isla-raffinaderij opgeheven dienen te worden.
 
Smoc-voorzitter Peter van Leeuwen: “Over het vonnis wordt sinds gisteren druk gediscussieerd. We hebben vele reacties ontvangen, met name ook uit juridische hoek, waarbij verbazing de boventoon voert. In ieder geval biedt het vonnis voor ons tal van handvatten, waarbij de rechter zich op een aantal punten duidelijk uitspreekt, voor een dergelijke procedure.”
 
Met een eventuele bodemprocedure hopen de stichtingen alsnog aan te tonen dat de dwangsom van 75 miljoen gulden voor normoverschrijding van de zwaveldioxide (SO2)-uitstoot door de Isla-raffinaderij in het jaar 2013, is verbeurd. “De Isla komt door juridische verwarring als gevolg van de formulering van een eerdere uitspraak van het hof uit 2010 (voorlopig) goed weg met dit vonnis”, was gisteren de eerste reactie van de stichtingen. Ze benadrukken het belang van uitspraken van de rechter in het vonnis van gisteren voor een eventuele bodemprocedure. Zo stelt de rechter dat er sprake is van een belangrijke aanwijzing dat de ‘berekeningen van het TNO-rapport niet uit de lucht zijn gegrepen en er in 2013 sprake is geweest van onrechtmatig handelen van de Isla-raffinaderij door overtreding van het door het hof geformuleerde verbod’.
 
De beslagen waren door de stichtingen gelegd aan de hand van een TNO-rapport van 7 oktober jl. waaruit bleek dat er in 2013 sprake was van normoverschrijding van het jaargemiddelde. Een verbod voor overschrijding van dit jaargemiddelde is in een uitspraak in hoger beroep van het hof op 12 januari 2010 als volgt geformuleerd: “Het hof verbiedt Isla om meer dan 80 microgram per kubieke meter bij te dragen aan de concentratie van SO2 op leefniveau benedenwinds van de raffinaderij, daaronder begrepen te Beth Chaim, zulks op straffe van een dwangsom van 75 miljoen gulden.”
 
Aangezien de berekeningen van de door het gerecht aangewezen deskundige Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) niet voor Beth Chaim zijn uitgevoerd, hebben de stichtingen op eigen initiatief TNO ingeschakeld om alsnog berekeningen voor deze locatie uit te voeren. De bezwaren tegen de locatie die StAB hanteerde, hebben de stichtingen herhaaldelijk geuit tegenover StAB en de rechter. StAB concludeert dat op de locatie waarvoor zij de berekening hebben uitgevoerd, geen sprake was van normoverschrijding door de Isla. TNO stelt aan de hand van hun eigen berekeningen – volgens hetzelfde berekenmodel als door StAB wordt gebruikt – dat er bij Beth Chaim sprake was van normoverschrijding.
 
Van Leeuwen: “StAB heeft letterlijk vastgehouden aan de coördinaten van een rechtszaak uit 2008 en heeft gemeend zich op deze wijze aan de uitspraak van 2010 te houden door op exact dezelfde wijze de berekeningen uit te voeren. Het vonnis van 2010 stelt duidelijk dat de berekeningen voor de Isla-uitstoot bij Beth Chaim dienen plaats te vinden.”
 
De rechter stelde gisteren dat StAB de stelling van SHZC niet verwerpt: “Uit het vorenstaande volgt dat StAB de stelling van SHZC, dat indien er plekken van immissie (hetgeen men inademt, red.) op de begraafplaats waren berekend en niet er net naast, hogere jaargemiddelde immissieconcentratie van 80 microgram waren berekend, niet verwerpt.”
 
Van Leeuwen legt uit dat ondanks het feit dat StAB ‘niet de juiste locatie heeft gehanteerd’ de rechter geen aanleiding zag om aan de uitkomsten van het StAB-rapport te twijfelen, waardoor de rechter de conclusie trekt dat de dwangsom niet is verbeurd.
 
Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft maandag ook uitspraak gedaan in een ander kort geding dat door de stichtingen was aangespannen. In deze zaak staat voor de stichtingen de vraag centraal wat de zwaveldioxide-bijdrage van de Isla-raffinaderij aan de concentratie op leefniveau is geweest in 2014, om bij eventuele overschrijding de dwangsom van 75 miljoen gulden te kunnen claimen. Het gerecht willigde het verzoek in om deskundigen te benoemen die de berekeningen moeten uitvoeren ter beantwoording van deze vraag. Voor deze berekeningen heeft de rechter vier deskundigen benoemd, twee namens StAB en twee van TNO. Van Leeuwen:”Over 2014 zullen hierdoor naar verwachting geen onduidelijkheden bestaan, en zal naar onze verwachting Isla het verbod opnieuw blijken te hebben overtreden.”
 
 
Reactie Isla
 
De Isla-raffinaderij gaat vandaag in een persbericht uitgebreid in op de uitkomsten van de twee voornoemde uitspraken. Daarin stelt de directie ‘dat deze uitspraken op dit moment op geen enkele wijze een belemmering vormen voor de operationele bedrijfsvoering van de raffinaderij en dat de continuïteit van de productie en de veiligheid van de Isla-medewerkers gewaarborgd blijven’.
 
Amigoe

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.