ORANJESTAD — Arbeid-minister Paul Croes wil met het wetsvoorstel voor tijdelijke contracten onder andere de werkeloosheid onder jongeren terugdringen. Werkgevers zijn voor het flexibiliseren van de arbeidsmarkt en zien daarbij ook voordelen voor 50-plussers.

 

Vakbonden zien nog haken en ogen aan de invoering hiervan.

 

Aruba is het enige land in het Koninkrijk dat nog geen mogelijkheid biedt om tijdelijke contracten af te sluiten met werknemers, het zogenaamde flexwerken. Een achterhaalde situatie volgens werkgeversorganisaties en de minister. Aruba Trade and Industry Association (Atia), San Nicolas Business Association (SNBA), werkgeversvereniging Arubaanse Bouwnijverheid (WAB) en Aruba Hotel and Tourism Association (Ahata) scharen zich dan ook, in tegenstelling tot de vakbonden FTA en Seppa, eensgezind achter het besluit tot het indienen van het wetsvoorstel.

 

Met de invoering van tijdelijke contracten wil Croes met name de jeugdwerkloosheid terugdringen. “In 2011 bedroeg het percentage werkloze jongeren tussen de 15 en 24 jaar 23,6 procent. In november 2014 was dit 22,8 procent. Nog steeds een heel hoog percentage”, aldus de minister. Door met tijdelijke contracten te gaan werken, kunnen starters op de arbeidsmarkt volgens hem makkelijker aan het werk komen en ervaring op de arbeidsmarkt opdoen. Ahata-directeur James Hepple geeft aan dat uit onderzoek blijkt dat kortlopende contracten een effectieve stap kunnen zijn naar vast werk. “Helemaal als deze kortlopende contracten worden gecombineerd met training.” Dat is volgens hem ook de intentie bij het wetsvoorstel. Dit in tegenstelling tot wat normaliter het geval is bij kortlopende tijdelijke contracten, waarbij zowel de werkgever als de werknemer weinig baat hebben bij het investeren in de competenties. Volgens Ahata bieden tijdelijke contracten ook meer mogelijkheden voor mensen die al langer geen baan hebben en voor 50 plussers die nu geen passend werk kunnen vinden.

 

Strikt flexibel

 

In mei 2013 gaf Atia al aan dat een flexibelere arbeidsmarkt hard nodig is. “Strikte arbeidsregels zorgen voor een strikte arbeidsmarkt. Ten aanzien van de werkgelegenheid is het daarom heel belangrijk dat de regering weloverwogen beslissingen neemt, waardoor bedrijven groeien”, liet Atia toen weten over hun standpunt voor het tripartiet (regering, werknemers- en gevers) overleg. Ook in januari van dit jaar wees Atia op de in hun ogen falende arbeidswet.

 

De huidige regelgeving biedt werkgevers heel weinig ruimte, stelt Atia. Het werven van arbeidskrachten is strikt (projectgebonden, toename in bedrijvigheid, afwezigheid van een werknemer en losse, ongeregelde arbeid). Alleen aan werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt kan een arbeidsovereenkomst worden aangeboden die niet aan de genoemde voorwaarden moet voldoen. Voor de overige werknemers geldt dat zij binnen deze overeenkomst uitsluitend voor één bepaald project tewerk worden gesteld en voor de duur van dat ene project. Volgens de werkgeversorganisatie heeft dit nadelige gevolgen voor de bedrijfscontinuïteit en het behoud van werkgelegenheid. Werkgevers zijn door de starre arbeidswetgeving zeer terughoudend met het aannemen van personeel met als gevolg dat werkzoekenden niet (snel) aan de bak komen.

 

Schil

 

De minister wil hiermee dus ook tegemoetkomen aan de werkgevers die behoefte hebben aan een zogenaamde flexibele schil, die bestaat uit uitzendwerk, tijdelijke contracten en flexcontracten rond de vaste kern van het personeel. Bijvoorbeeld in het geval dat er tijdelijk meer werk is of als er sprake is van veel zieken. Maar wat ook speelt is dat werkgevers de huidige proeftijd te kort vinden. Ze willen dus meer tijd hebben om te kijken of een werknemer wel geschikt is, in het team past.

 

In het wetsvoorstel is opgenomen dat als een werkgever een werknemer in dienst heeft op basis van een tijdelijk contract, na dit contract een contract voor onbepaalde tijd aangeboden kan worden. Maar ook een volgend tijdelijk contract. Aan dat laatste worden wel beperkingen gesteld: maximaal twee tijdelijke contracten over een totale duur van twee jaar. Nu moet de werkgever die in zee wil met een werknemer na de proeftijd direct overgaan tot het aanbieden van een vast contract

 

Bescherming

 

De vakbonden FTA en Seppa staan wat minder te trappelen als het gaat om de invoering van het wetsvoorstel. Zo maken zij zich zorgen over wat de consequenties zijn voor werknemers met contracten voor onbepaalde tijd. Volgens de minister zijn dit onnodige zorgen. “Deze wetsverandering heeft geen gevolgen voor werknemers in vaste dienst.” Ook geven de vakbonden aan dat werknemers die een kortlopend contract hebben niet in aanmerking komen bij de bank voor een lening of een hypotheek. “Dat is waar”, zegt Croes. “Maar als ze geen werk hebben, kunnen ze daarvoor ook niet bij een bank terecht.”

 

De vakbonden in Nederland hebben ook lang moeite gehad of en hoe men de werknemersbelangen in deze moest behartigen. Dit omdat de vakbonden het als misbruik van werknemers zagen en een aantasting van de positie van werknemers in vaste dienst.

 

Draaideur

 

In Nederland speelt ook het fenomeen draaideurconstructie. Een werkgever neemt een werknemer voor bepaalde tijd in dienst. In de periode daarna wordt de werknemer door een uitzendbureau aan de werkgever uitgeleend. Na afloop van het uitzendcontract neemt de werkgever de werknemer weer in dienst. Zo vervult de werknemer steeds dezelfde functie, afwisselend in dienstverband en via een uitzendbureau. Een werkgever omzeilt op die manier de regelgeving. Deze hoeft geen arbeidscontract voor onbepaalde tijd aan te bieden waarvoor allerlei wettelijke ontslagbeschermingen gelden.

 

Het wetsvoorstel voor de invoering van tijdelijke contracten moet nog worden voorgelegd aan de ministerraad. Als deze akkoord gaat, wordt het voorstel ingediend bij het parlement. Deze zal volgens Croes in een Openbare Vergadering worden behandeld.

 

Amigoe