WILLEMSTAD — De Evaluatiecommissie Rijkswetten acht de tijd niet rijp om beëindiging van deze wetten serieus te overwegen. Zij vindt dat de Rijkswetten thans moeten worden gehandhaafd.

 

Dat meldden de voorzitters, Raymond Begina en Harm Brouwer, vanmorgen bij de aanbieding van het eindverslag van de Evaluatiecommissie justitiële Rijkswetten aan de ministers van Justitie van Curaçao en St. Maarten.

 

De vier consensus-Rijkswetten (Openbaar Ministerie, Gemeenschappelijk Hof, Raad voor de Rechtshandhaving en Politie) zijn niet gebeiteld in steen. Op termijn mag worden verwacht dat de nieuwe landen binnen het Koninkrijk een ontwikkeling doormaken die zal resulteren in aanpassing van de structuur van de rechtshandhaving, die passend is voor de ontplooiing op dat moment. Drie van de vier geëvalueerde Rijkswetten geven aan dat de landen naar aanleiding van deze evaluatie in onderling overleg kunnen bepalen of de Rijkswetten zullen worden beëindigd. Het betreft de Rijkswetten OM, Politie en Raad voor de Rechtshandhaving.

 

De vier wetten kwamen in 2010 tot stand toen het land de Nederlandse Antillen ophield te bestaan. De wetsevaluatie vindt zijn grondslag in de wetten zelf, die voorschrijven dat deze binnen vijf jaar na invoering moet plaatsvinden. Centraal stond het functioneren van de wetten in de praktijk.

 

De implementatie en uitvoering vallen niet tegen, alleen de Politiewet is nog niet ingevoerd. Begina: “Iedereen binnen de justitiële keten wil graag de rechtshandhaving naar een hoger niveau tillen.” Maar er is zeker nog een aantal knelpunten in de praktijk. De commissie heeft dan ook een 20-tal aanbevelingen opgenomen in haar verslag. Verder wordt ook het gebrek aan financiën genoemd als belemmering.

 

Bijzondere aandacht vraagt de commissie voor de positie van de Nederlandse taal binnen de rechtshandhaving. Alle wetgeving in de betrokken eilanden is in het Nederlands. Nederlands is echter niet de meest gesproken taal onder de bevolking. De commissie beveelt dan ook aan te onderzoeken waar binnen de rechtshandhaving het gebruik van de Nederlandse taal niet strikt noodzakelijk is. Hierdoor zou aan de burgers van de betrokken eilanden meer inzicht kunnen worden verschaft in hun eigen rechtssysteem.

 

Geschillenregeling

Gedurende de looptijd van de evaluatie is binnen de commissie gesproken over het vraagstuk van een geschillenregeling. De commissie is voorstander van het tot stand komen hiervan. Nadat dit een eigen dynamiek kreeg door middel van besprekingen daarover op Koninkrijksniveau, heeft de commissie afgezien van concrete aanbevelingen op dit punt.

 

RST

Samenwerking tussen de landen neemt een centrale plaats in. Soms krijgt deze goed gestalte, op een aantal terreinen niet. Positief is bijvoorbeeld dat het overleg tussen de korpschefs van politie van de verschillende landen goed lijkt te functioneren. De samenwerking tussen landen via de Gemeenschappelijke Voorziening Politie (GVP) is echter niet van de grond gekomen. Mede hierdoor is het belang van samenwerking tussen de landelijke korpsen enerzijds en het Recherche Samenwerkingsteam (RST) anderzijds van groter belang dan ooit. Vooral in St. Maarten behoeft deze samenwerking aandacht. De commissie doet aanbevelingen om het RST te voorzien van een duidelijke bestuurlijke en operationele inbedding en zijn taak uit te breiden.

 

Amigoe

 

Foto: De gezamenlijke voorzitters van de evaluatiecommissie, Harm Brouwer en Raymond Begina