De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Parket van de Procureur-generaal van Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben vandaag een convenant getekend waarin de samenwerking wordt beschreven tussen de IND en het OM bij procedures over de vaststelling van het Nederlanderschap, (de zogenaamde artikel 17 RijksWetNederlanderschap procedure).

 

Dit convenant ziet op de werkafspraken en onderlinge informatie-uitwisseling ten behoeve van deze procedures tussen de IND en het Openbaar Ministerie op Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

 

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is een van de rechterlijke instanties binnen het Koninkrijk waar men een verzoek kan indienen tot vaststelling van het Nederlanderschap of tot vaststelling dat men het Nederlanderschap niet bezit. Het verzoek kan ook strekken tot de vaststelling dat de betrokkene op een bepaald tijdstip het Nederlanderschap al dan niet bezat. 

 

Het OM neemt daar, gelet op het algemeen belang wat in geding is bij deze verzoeken, een standpunt in.

 

De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van vijf jaar, te weten van 1 januari 2015 tot 1 januari 2020.

 

De IND en het Openbaar Ministerie op Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba streven met het aangaan van dit convenant naar een continuering van de constructieve samenwerking.

 

De convenant is getekend door Rob van Lint en Anton van der Schans, respectievelijk de Hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en Advocaat-generaal (AG) van het Openbaar Ministerie.