ORANJESTAD — Minister Mike de Meza wordt als een van de getuigen opgeroepen in de rechtszaak van het bedrijf Barcadera Container Terminal (BCT) tegen havenautoriteit APA.

 

Volgens BCT is de aanbesteding voor het beheer en de exploitatie van de nieuwe containerhaven in Barcadera oneerlijk verlopen. Om dat te kunnen bewijzen wil BCT-advocaat Gabri de Hoogd verschillende getuigen horen. Het verzoek werd aanvankelijk afgewezen, maar gisteren in hoger beroep alsnog toegewezen.

 

Ook voormalige APA-directeur Alfonso Boekhoudt (tegenwoordig gevolmachtigd minister van Aruba) en toenmalig president-commissaris APA, Rudi Oomen, worden als getuige opgeroepen. Dat laat De Hoogd vanochtend desgevraagd aan Amigoe weten. De datum voor het ‘voorlopig getuigenverhoor’ wordt nog nader bepaald door het Gerecht in Eerste Aanleg. APA werd in hoger beroep ook veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, ruim 6500 florin.

 

BCT voelt zich gedupeerd door de manier waarop de aanbesteding voor de containerhaven in Barcadera is uitgevoerd. Veertien bedrijven zouden op ‘misleidende wijze’ buiten een eerlijke aanbesteding zijn gehouden. BCT is één van deze bedrijven. Op 7 februari 2011 werd door APA de betreffende openbare aanbesteding uitgeschreven. “De regels en voorwaarden van de aanbesteding waren dermate onaantrekkelijk dat maar liefst veertien andere gegadigden wegliepen en niet mee wilden doen”, liet De Hoogd eerder aan Amigoe weten. “Astec daarentegen deed wel (als enige) mee, maar kwam met een offerte die op geen enkele wijze aan de condities voldeed.” Havenautoriteit APA heeft vervolgens, met het oog op de offerte, alsnog de condities ten gunste van Astec aangepast. Wanneer die condities eerder waren aangepast, dan hadden de overige veertien geïnteresseerde partijen uiteraard wel een offerte uitgebracht, aldus de advocaat.

 

Als bewezen kan worden dat APA onjuist dan wel onrechtmatige heeft gehandeld, kan BCT een ‘behoorlijke schadeclaim’ eisen. Over de hoogte van deze claim wil De Hoogd niet speculeren. “Dat moeten we samen (met de cliënt, red.) bespreken en voorbereiden.”

 

In juni 2013 werd het verzoek van BCT, om de aanbesteding opnieuw te doen, afgewezen door de kortgeding-rechter. Dat de aanbesteding oneerlijk was verlopen kon in het kort geding niet worden bewezen. Daarna diende BCT het verzoek tot een getuigenverhoor in, om op deze manier voldoende bewijs in handen te krijgen om aan te tonen dat de aanbesteding niet volgens de regels is verlopen. Dat werd door het Gerecht in 15 oktober 2013 afgewezen waarna het bedrijf op 22 november 2013 in hoger beroep ging.

 

Amigoe