PHILIPSBURG--According to a leaked legal document, St. Maarten Housing Development Foundation (SMHDF) Director Henry Lynch's Attorney Cindy Marica, in defence of her client, has requested an injunction on January 16 against SMHDF, St. Maarten Housing Finance Foundation (SMHFF) and attorney Jairo Bloem for undue/unjustified suspension, and unrightfully taking a bag and other personal possessions.

 

In the injunction request to the Court of First Instance, Bloem was also blasted for writing an explanatory press release on the case which Marica called "incorrect" and "unjust." The case has caused "enormous damage" to his reputation, she argued.

 

The request calls for a public apology and correction, and suggested a penalty of some US $1,000 daily in the case of non-compliance. It also calls for the return of Lynch's bag, with the same suggested financial penalty, and a revocation of his suspension.

 

Bloem's press release had followed a separate press release by then Public Housing Minister Maurice Lake who asserted that the call for an investigation through Government Accounting Foundation SOAB had been "premature" and had been instigated by a lone SMHDF board member.

 

The news comes in the midst of an unclear legal situation as to whether Lynch and others from the management team have been legally suspended, pending an investigation into the foundation's operations.

 

The lack of clarity most recently prompted Democratic Party (DP) Member of Parliament (MP) Sarah Wescot-Williams to publicly demand answers from Government, published in The Daily Herald mid-January.

 

With regard to an unjustified suspension Marica made amongst other arguments that proper, structured procedures had not been followed for the suspension, unlike other decisions that have been made over the past four years.

 

Bloem was said to have had no right to suspend Lynch, as the decision would need to be taken by the board according to SMHDF statutes: A meeting should have been held with all members in attendance, and another one 2-4 weeks later if all were not present for the first meeting. A 2/3 majority backing is required. This did not happen and no resolution was received by Lynch, the document stated.

 

Furthermore, the statutes of SMHFF were said to not have stated that their board could implement a suspension.

 

Furthermore, Lynch should have been confronted with the allegations when he was able to defend himself before being suspended, and as opposed to Bloem's statement that he should be sent home so as to not impede an investigation, Lynch would not have been able to do so because the necessary information had already been made available.

 

The fact that the suspension time was unspecified was also called unfair, and issue was taken with the fact that after around six weeks, Lynch still did not know what his position is and why exactly he had been suspended.

 

With regard to unrightfully taking a bag and other personal possessions, Marica stated that Bloem went to Lynch's place of work, took the office keys from employee Emilio Kalmera, entered, and opened and took Lynch's personal bag containing his personal belongings without permission.

 

According to the document, Bloem was said to have kept the bag because it seemed to have contained non-personal documents, and that he had since then not given the bag back (as of the document dated January 16) despite multiple summations. Not having the bag is causing Lynch damage each day as it contains documents necessary for private business, tax reports and contracts, amongst other things.

 

The Daily Herald

 

 

 

Raadsman Lynch vraagt gerechtelijk bevel tegen advocaat Bloem

 

PHILIPSBURG — Volgens een gelekt juridisch document heeft Cindy Marica, de raadsvrouw van Henry Lynch, de geschorste directeur van de St. Maarten Housing Development Foundation (SMHDF), op 16 januari een gerechtelijk bevel gevraagd tegen raadsman Jairo Bloem wegens onnodige/ongerechtvaardigde schorsing en het onterecht meenemen van een tas en andere persoonlijke bezittingen.

 

In het verzoek gericht aan het Gerecht in Eerste Aanleg wordt Bloem ook aangeklaagd wegens het schrijven van een verklarend persbericht over de zaak, dat Marica ‘incorrect’ en ‘onrechtvaardig’ noemt. De zaak heeft ‘enorme’ schade aan zijn reputatie aangericht’, stelt ze.

 

In het verzoekschrift dringt ze aan op publiekelijke verontschuldigingen en rectificatie en suggereert ze een dwangsom van 1000 dollar voor iedere dag waarop dat niet wordt nagekomen. Ze dringt ook aan op teruggave van de tas van Lynch (op straffe van dezelfde financiële straf) en intrekking van zijn schorsing. Het persbericht van Bloem kwam na een afzonderlijk persbericht van de toenmalige minister van Volkshuisvesting, Maurice Lake, die verzekerde dat de oproep voor een onderzoek door overheidsaccountant Soab ‘prematuur’ was geweest en was ingegeven door een enkel raadslid.

 

Het nieuws komt ten tijde van een onduidelijke juridische situatie met betrekking tot de vraag of Lynch en andere leden van het management wettig geschorst zijn hangende een onderzoek naar de activiteiten van de stichting. Het gebrek aan duidelijkheid bracht onlangs DP-parlementslid Sarah Wescot-Williams ertoe om publiekelijk antwoorden van de regering te eisen, aldus een eerder bericht in The Daily Herald. Met betrekking tot een ongerechtvaardigde schorsing brengt Marica onder andere naar voren dat geen goede, gestructureerde procedures zijn gevolgd voor de schorsing, in tegenstelling tot andere beslissingen die gedurende de laatste vier jaar zijn genomen. Bloem zou niet het recht hebben gehad om Lynch te schorsen, aangezien de beslissing volgens de statuten van de SMHDF door de raad van bestuur genomen had moeten worden tijdens een vergadering waar alle leden aanwezig waren, gevolgd door een andere, twee tot vier weken later, als niet iedereen op de eerste vergadering aanwezig was geweest. Een tweederde meerderheid van stemmen is vereist. Dit is niet gebeurd en Lynch zou geen resolutie hebben ontvangen. Bovendien zouden de statuten van de SMHDF niet vermelden dat hun raad van bestuur een schorsing kan implementeren.

 

Daar komt nog bij dat Lynch met de beschuldigingen had moeten worden geconfronteerd zodat hij in staat zou zijn geweest om zichzelf te verdedigen voor hij geschorst werd. In tegenstelling tot Bloems verklaring dat hij naar huis gestuurd moest worden zodat hij het onderzoek niet kon verstoren, zou Lynch niet in staat zijn geweest om dat te doen omdat de benodigde informatie reeds beschikbaar was gesteld.

 

Ze noemde het feit dat de tijd van de schorsing niet gespecificeerd werd ook oneerlijk, en had moeite met het feit dat Lynch, zo’n zes weken na de schorsing, nog steeds niet wist wat zijn positie was en waarom hij precies was geschorst. Naar aanleiding van het ongeoorloofd meenemen van een tas en andere persoonlijke bezittingen stelde Marica dat Bloem naar het kantoor van Lynch was gegaan, de kantoorsleutels van medewerker Emilio Kalmera had genomen, naar binnen was gegaan en de persoonlijke tas met persoonlijke bezittingen van Lynch zonder toestemming had meegenomen.

 

Bloem zou de tas gehouden hebben omdat er geen persoonlijke documenten in leken te zitten, en zou sindsdien de tas niet terug hebben gegeven (volgens het document gedateerd 16 januari), ondanks meerdere sommaties. Het feit dat hij niet over de tas kon beschikken heeft Lynch dagelijks geschaad, aangezien er documenten in zitten die hij nodig heeft voor, onder andere, privézaken, belastingrapporten en contracten.