ORANJESTAD — De rechtszaak tegen de van fraude verdachte medewerkers van Directie Onderwijs, de 40-jarige Linda T. en de 32-jarige Vrimary Q. zal op 27 februari inhoudelijk worden behandeld.

Hun verzoek om de tijd tot de zitting in vrijheid uit te zitten is door de rechter in eerste aanleg afgewezen.

 

Dit werd bepaald op de proforma zitting die vrijdag plaatsvond. Beide vrouwen zeggen het zwaar te hebben in de gevangenis en vragen de rechter daarom om schorsing van de voorlopige hechtenis. “De detentieomstandigheden zijn schrijnend”, aldus de advocaten van beide vrouwen. “Het cellencomplex waar de verdachten nu zitten is gebouwd op een beerput en dat betekent dat zij de hele dag door getergd worden door stankoverlast.” Ook zitten de vrouwen met vier personen opgesloten één ruimte omdat KIA kampt met ruimtegebrek. Er is maar één toiletruimte voor alle vrouwen en ook maar één uitgang. Mensonterend dus, zo concluderen beide advocaten. Zij vragen de rechter om zijn hand over zijn hart te strijken en de vrouwen de tijd tot aan de inhoudelijke behandeling thuis uit te laten zitten. “Er is geen recidivegevaar of vluchtgevaar en er is geen sprake van een geschokte rechtsorde. Bovendien, zo voegt de advocaat van Q. toe, wil zijn cliënt een studie in Nederland volgen en kan zij per januari instromen.”

 

Op de twee laatst genoemde punten haakt de officier van justitie in. Volgens hem is er wel degelijk sprake van een verstoorde rechtsorde. “Er is bijna een miljoen florin gemeenschapsgeld weggesluisd, dat gaat de hele Arubaanse gemeenschap aan.” Bovendien noemt hij het opvallend dat de advocaat van Q. als argument voor voorlopige vrijlating noemt dat zij wil gaan studeren in het buitenland. Dat is namelijk precies wat de vrouw al jarenlang beweert, steeds financiering voor krijgt maar nooit daadwerkelijk doet. “Moeten we nu wel geloven dat ze echt gaat studeren?” vraagt hij de rechter.

 

De twee vrouwen werden begin september aangehouden en zitten dus al bijna drie maanden vast op verdenking van valsheid in geschrifte, oplichting en witwassen van geld dat bedoeld was voor studiefinanciering. Zo dienden zij verzoeken in voor studieleningen. Dit geld werd geïncasseerd, maar de studie werd nooit gevolgd. De fraude vond plaats in de periode van 2006 tot juli 2014, toen de misstanden aan het licht kwamen. Volgens het lopende onderzoek door de Landsrecherche staat het bedrag dat is weggesluisd op bijna een miljoen florin. Het onderzoek loopt nog, maar in de pro forma zitting werd duidelijk dat Q. verantwoordelijk wordt gehouden voor het wegsluizen van 650 duizend florin en T. zou 327 duizend florin hebben verdonkermaand.

 

Amigoe