WILLEMSTAD — Een meerderheid van de Staten van Curaçao heeft zich geschaard achter een motie waarin het optreden van Nederland wordt afgekeurd, om via de Rijksministerraad een aanwijzing aan de gouverneur van St. Maarten te geven.

 

Volgens de motie, die op steun van alle fracties, behalve die van Pais en onafhankelijk Statenlid Omayra Leeflang kon rekenen, was de handelwijze van Nederland in strijd met het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden.

 

De aanwijzing aan de gouverneur van St. Maarten houdt in dat de ministers op het Bovenwindse eiland niet benoemd kunnen worden totdat zij een grondige screening hebben ondergaan. Deze screening zal worden uitgevoerd door deskundigen die door de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ter beschikking van de gouverneur worden gesteld. Voor de aanwijzing heeft de Rijksministerraad gebruikgemaakt van het Reglement van de Gouverneur. Volgens de indieners druist dit in tegen het statuut en vormt het een aantasting van de lokale autonomie.

 

Er moet nu worden opgetreden tegen Nederland, omdat Curaçao straks het risico loopt om ook een dergelijke aanwijzing te krijgen. De partijen maken zich sterk voor een geschillenregeling in het Koninkrijk en vinden dat deze zaak onder de aandacht van het Latijns-Amerikaanse parlement Parlatino en de Dekolonisatie Commissie van de Verenigde Naties moet worden gebracht.

 

Tijdens het debat, waar de emoties af en toe behoorlijk opliepen, benadrukten de indieners van de motie dat het debat niet zo zeer te maken heeft met wat er op St. Maarten aan de hand is, maar dat de juiste procedures moeten worden doorlopen. Onafhankelijk Statenlid Glenn Sulvaran stelde voor om de Raad van Advies en mogelijk ook de Raad van State de handelwijze van Nederland te laten onderzoeken en om advies uit te brengen. Een Statenmeerderheid ging hiermee akkoord. Sulvaran gaf verder aan de indruk te hebben dat er op dit moment sprake is van een strategie van Nederland om van het Statuut af te wijken en om het Reglement van de Gouverneur te gebruiken. Hij ging niet in op wat er achter deze strategie zou zitten, maar volgens PS-lid Jaime Cordoba zou Nederland geïnteresseerd zijn in de aanwezigheid van olie en gas rondom de eilanden.

 

Pais-leider Alex Rosaria maakte zich op zijn beurt sterk voor het belang van een integer bestuur. Hij vond dat dit te weinig aandacht kreeg in het debat van gisteren. Onafhankelijk Statenlid Omayra Leeflang benadrukte op haar beurt dat de Staten van Curaçao niet precies op de hoogte waren van de omstandigheden op St. Maarten. Mogelijk had de gouverneur de Nederlandse regering juist om hulp gevraagd, gaf zij aan. Leeflang gaf aan dat het optreden van Nederland geen schoonheidsprijs verdiende, maar dat je soms handelend moet optreden om tegen boeven op te kunnen treden.

 

Vanuit de gehele Staten kwam er kritiek op de fracties van Pais en Leeflang. Zo benadrukten Armin Konket (PAR) en Humphrey Davelaar (PNP) dat het bestrijden van boeven geen reden is om van de wet en regels af te wijken, om zo de lokale autonomie met voeten te treden. Anderen, zoals PS-lid Cordoba en MFK-leider Gerrit Schotte gingen nog verder en stelden dat door hun optreden het duidelijk was geworden wie nu voor of tegen Curaçao was. Charles Cooper (MAN) vroeg aan de PS-fractie waarom zij nog met ‘deze mensen’ blijft samenwerken.

 

Bij de stemming benadrukte Rosaria namens zijn fractie dat de motie tegenstrijdig was. Hij wees erop dat de Staten een onderzoek hebben aangevraagd om na te gaan of de handelwijze van Nederland verkeerd is, of niet, terwijl in de motie wordt geconstateerd dat Nederland verkeerd bezig is.

 

De motie werd uiteindelijk met twaalf stemmen voor en negen tegen aangenomen.

 

Amigoe