WILLEMSTAD — De zaak tegen de 61-jarige man F. McP., die beschuldigd wordt van ontuchtige handelingen met een meisje toen zij zeven en negen jaar oud was, is wederom verdaagd op het verzoek van het Openbaar Ministerie.

 

Het OM wil de resultaten van een DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) afwachten. Dit onderzoek had deze maand klaar moeten zijn, maar volgens officier van justitie Ludmila Forbes-Vicento, heeft het NFI om twee weken extra verzocht.

 

Het NFI onderzoekt op het verzoek van het OM onder meer kleding van het minderjarig meisje. Het OM wil hiermee ondersteuning voor de verklaringen van het meisje over de verkrachting, tijdens een studio-verhoor.

 

De verdachte ontkent de beschuldigingen. Volgens de man is een ruzie tussen hem en de moeder van het meisje, de aanleiding voor een valse beschuldiging. Het OM zegt echter al voldoende bewijs te hebben tegen de man. De resultaten van een DNA-onderzoek zijn het laatste bewijs dat nodig is.

 

Een getuige, de oma van het kind, zou de man met het meisje hebben gezien in een stal. Zijn bovenlichaam was toen ontbloot en hij maakte vreemde bewegingen met zijn onderlichaam die haar aandacht trokken. Iets later zag zij het kleine meisje de stal uitlopen. De oma kan zich ook herinneren dat zij iets verdachts had gezien toen het meisje zeven jaar oud was.

 

De advocaat van de vrouw diende een verzoek in om de man voorlopig vrij te laten, maar dat verzoek werd afgewezen. Volgens de advocaat blijkt uit de psychiatrische, psychologische en reclasseringsrapporten dat de man de hechtenis als heel zwaar ervaart. Hij wordt steeds zieker en denkt steeds aan de verzorging van zijn dieren thuis. De verdachte, die uit Dominica afkomstig is, wil niet meer opgesloten zijn en verzocht eigenlijk om uitgezet te worden naar zijn land van herkomst. “Al wordt de man vrijgesproken of veroordeeld, hij zal toch worden uitgezet. De verdachte is ook niet verplicht om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn zaak”, aldus de raadsvrouw.

 

De officier verzette zich fel tegen de vrijlating van de man. “Het gaat om een zeer ernstig feit. Er is hier sprake van een 6-jaars feit (strafmaat, red.) en een geschokte rechtsorde.”

 

De rechter is het met Forbes-Vicento eens dat de man de inhoudelijke behandeling van deze zaak in hechtenis moet afwachten en heeft dus het verzoek van de advocaat om zijn hechtenis op te heffen, afgewezen. De voortzetting van de behandeling zal in september plaatsvinden.

 

In tussentijd heeft de advocaat de mogelijkheid om de videobeelden te bekijken van het studioverhoor van het meisje, die de Kinder- en Zedenpolitie in het bezit heeft. Deze beelden worden nooit in de zittingszaal getoond, om het kind te beschermen. Rechter Irma Lips heeft ook desgevraagd aan de advocaat aangegeven de beelden niet te hebben gezien en dat zij dit het liefst ook niet wil doen. Een uitgebreid verslag hiervan is waarschijnlijk in het strafdossier gevoegd.