ORANJESTAD — De Nederlandse taalvaardigheid van de rechtenstudenten aan de Universiteit van Aruba (UA) is een knelpunt. Een verplichte taaltoets zou dit kunnen oplossen volgens de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO).

  

Daarnaast gaat de Faculteit der Rechtsgeleerdheid op advies van NVAO de mogelijkheid bekijken om deeltijdonderwijs of afstandsonderwijs aan te bieden om studenten beter te faciliteren.

 

De NVAO schrijft dit in haar oordeel over de kwaliteit van de opleidingen Bachelor Arubaans Recht en Master Arubaans Recht. Beide opleidingen vallen onder de rechtenfaculteit van UA en dinsdagmiddag maakte UA bekend dat deze faculteit een ‘positief oordeel’ kreeg. Een visitatiepanel, bestaande uit voorzitter P.F. van der Heijden (onder andere hoogleraar Internationaal Arbeidsrecht aan de Universiteit Leiden), LM. Coenraad (hoogleraar Privaatrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam), H.J. van Kooten (rechter bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Bonaire, St Maarten, Curaçao, St. Eustatius en Saba) en A. Wilson-Sprockel (student Universiteit van Curaçao), gaf dit oordeel op basis van een locatiebezoek en informatie die ze van de faculteit had gekregen.

 

In de uitleg behorende bij het positief oordeel komt, bij zowel de bachelor als de masters, de taalvaardigheid naar voren. Bij de bachelor merkt het panel op dat de studenten uit het middelbaar onderwijs komen of dat ze al aan het werk zijn en de studie vaak naast hun voltijdbaan doen. Bij de master-opleiding bekeek het panel vijftien scripties en constateerde dat het Nederlands voor veel studenten een probleem is, maar ook dat de scripties ‘op dit punt van redelijke tot goede kwaliteit’ zijn. “De taalvaardigheid in het Nederlands blijft een knelpunt. Het is aan te raden de toets van taalbeheersing in het Nederlands meer verplichtend te maken.”

 

Het panel constateert dat het studieprogramma van beide opleidingen voor voltijdstudenten goed te doen is binnen de studieduur die daarvoor staat. De staf van de rechtenfaculteit bewaakt die studieduur ook goed, aldus het panel. Toch is de studie ‘niet doenlijk’ voor studenten die naast de voltijdstudie ook nog een volledige baan hebben.

 

Tijdens de presentatie dinsdagmiddag merkte UA zelf ook op dat de helft van de rechtenstudenten al werkzaam is en de studie naast het werk doet. Volgens het panel is dat geen goede situatie. Ze stelt dat het ‘wenselijk is’ en dat de belangen van studenten gediend worden als UA een deeltijdopleiding aanbiedt. Maar in hun uitleg staat ook: ‘Dit is binnen de huidige Arubaanse wetgeving echter niet mogelijk en de faculteit heeft geen capaciteit voor dubbel onderwijs in de avonduren’. Het panel adviseert, behalve een deeltijdopleiding, ook om meer gebruik te maken van afstandsonderwijs. Rector Glenn Thodé merkte dinsdagmiddag al op dat het panel met goede aanbevelingen is gekomen om de opleidingen bachelor en masters te verbeteren en zei dat UA ook alle medewerking aan de faculteit zal verlenen om die aanbevelingen uit te werken. “Het stopt voor de faculteit niet bij deze positieve beoordeling, het is een mooie uitdaging om het onderwijs op basis daarvan verder te ontwikkelen.”

 

Een andere aanbeveling die het panel doet, gaat over de universiteitsbibliotheek. Deze is ‘adequaat in de huidige situatie’, maar het panel adviseert om haast te maken met de geplande uitbreiding zodat er snel meer studieplekken met ICT-faciliteiten beschikbaar zijn. Over de digitale bronnen is het panel tevreden, die zijn effectief voor een goede digitale leeromgeving. Op die manier kunnen, zo meent het panel, docenten en studenten onderling gemakkelijk materialen en informatie verspreiden en dat komt ten goede aan de communicatie.

 

Overigens pleit het panel van NVAO ook voor een ruimere bezetting van docenten. De meesten zijn gepromoveerde juristen uit Nederland en België, aangevuld met gastdocenten uit de Arubaanse rechtspraktijk. Dit biedt voldoende expertise in beide rechtenopleidingen, meent het panel. Nadeel is wel dat de staf door het geven van onderwijs en het verrichten van bestuurswerk te weinig tijd heeft voor onderzoekswerkzaamheden. De docenten geven zelf aan dat ze dit alleen kunnen doen in de onderwijsvrije periode. Vandaar dat het panel voor meer docenten pleit. Een ruimere bezetting zou beter zijn.