Cassatieadvocatuur en overzeese advocaten

WILLEMSTAD - Op 9 april 2013 heeft mr. Jan de Boer, fungerend voorzitter van het Hof, ter gelegenheid van de beëdiging van Nathania Soon van HBN Law als advocaat, ervoor gepleit dat ook advocaten van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire cassatieadvocaat kunnen worden in burgerlijke zaken.

Thans bestaat die mogelijkheid alleen voor Nederlandse advocaten en advocaten uit een ander land van de Europese Unie die mede een kantoor hebben in Nederland.

De drempel om ‘advocaat bij de Hoge Raad’ te worden is hoog. Men moet een examen of proeve afleggen, 10 opleidingspunten halen en ook voldoende ‘vlieguren’ maken (in drie jaar ten minste twaalf cassatiezaken doen, waarvan tenminste zes inhoudelijk door de Hoge Raad zijn beoordeeld). Het is echter niet uitgesloten dat een hier te lande gevestigde advocaat in staat is aan de vereisten te voldoen. Men denke aan de mogelijkheid dat een ervaren Nederlandse cassatieadvocaat die veel publiceert over de cassatiepraktijk, zich overzee vestigt en aldaar genoeg cassatieberoepen en cassatieverweren tot zich trekt. Ook is mogelijk dat een groot advocatenkantoor hier te lande een talentvolle advocaat in staat stelt aan de vereisten te voldoen en dus naar Nederland laat reizen voor opleiding, examen en proeve. Overigens bestaat er een jaarlijkse PAO-cursus in Curaçao, verzorgd door de Radboud Universiteit en de Universiteit van Curaçao, met prominente docenten.

Mr. De Boer meent overigens, nu het hier gaat om een principiële kwestie, dat het weinig vruchtbaar is zich te veel te verdiepen in de praktische bezwaren voor de desbetreffende advocaat zelf. Ook een advocaat uit een ver EU-land (bijv. Griekenland) zal tegen dezelfde bezwaren aanlopen. Principieel staat een advocaat uit de West sterker dan een EU-advocaat, aangezien de Hoge Raad rechtsmacht heeft in de West en niet in de EU buiten Nederland. De Hoge Raad is een Curaçaose rechter, onderscheidenlijk Arubaanse/Sint Maartense/BES’ rechter.

Er is in Nederland een werkgroep aan het studeren op de Rijkswet cassatierechtspraak. Deze vraagt zich af of de advocaat uit de West die ‘advocaat bij de Hoge Raad’ wordt dan niet onder het Nederlandse tuchtrecht moet komen te vallen wat betreft de werkzaamheden als cassatieadvocaat. In beginsel is het mogelijk de cassatieadvocaten uit de West te verplichten zich in te schrijven bij de raad van toezicht in ’s-Gravenhage, in een speciaal register (zoals de EU-advocaten), hen te onderwerpen aan de Nederlandse tuchtrechtspraak en dat voordat in Nederland een tuchtrechtelijke procedure aanvangt, contact wordt opgenomen met de raad van toezicht overzee. Een integrale gelijkstelling met de EU-advocaat is niet reëel. Een EU- cassatieadvocaat zal voor een cassatieberoep in Nederland zijn cliënten niet vooral uit het eigen land (bijv. Griekenland of Frankrijk) betrekken. Voor een cassatieadvocaat uit de West ligt dat anders, omdat de Hoge Raad in de West rechtsmacht heeft. Het is daarom niet redelijk om aan een cassatieadvocaat uit de West voor te schrijven dat hij (mede) kantoor houdt in Nederland. Evenmin is het nodig is dat de overzeese cassatieadvocaat moet samenwerken met een Nederlandse cassatieadvocaat en dat hij, naast de specifieke cassatieopleidingspunten, ook de algemene Nederlandse punten moet halen. De Hoge Raad is nu eenmaal een eigen rechter in de West. Bovendien is het hier te lande geldende burgerlijk recht in beginsel gelijk aan het Nederlandse (ingevolge het concordantiebeginsel, neergelegd in artikel 39 van het Statuut). Tien jaren geleden is het nieuw BW ook hier te lande ingevoerd. Binnenkort is er hier te lande ook een verplichte permanente opleiding van advocaten.

Mr. De Boer ziet echter principiële bezwaren (de Hoge Raad is de eigen rechter overzee) en ook wel politieke bezwaren tegen het brengen van cassatieadvocaten uit de West onder het Nederlandse tuchtrecht. Hiervoor zijn bovendien onvoldoende praktische redenen. De Nederlandse cassatieadvocaat (en EU-cassatieadvocaat) staat onder toezicht van de deken en raad van toezicht van het arrondissement waarin hij kantoor houdt. De plaatselijke deken neemt eventueel contact op met de Haagse deken. Dit kan ook gelden voor de hier te lande gevestigde cassatieadvocaat. In de raad van toezicht en de raad van appel van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES zit mede een lid van het Gemeenschappelijk Hof. De tuchtrechtspraak is van goed niveau. Ook de overzeese deken zal in voorkomende gevallen contact kunnen opnemen met de Haagse deken.

Kortom, mr. De Boer bepleit opneming in de Rijkswet cassatierechtspraak van een bepaling in de volgende trant:

  • Advocaten ingeschreven bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba kunnen, met toepassing van het dienaangaande in de Advocatenwet bepaalde, de hoedanigheid verkrijgen van advocaat bij de Hoge Raad onder dezelfde voorwaarden en op dezelfde wijze als advocaten ingeschreven in het Europees deel van het Koninkrijk.

Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank

THE HAGUE--Attorney-at-law Roeland Zwanikken at St. Maarten’s BZSE law office is considering legal action against the intention of the Dutch ABN AMRO Bank to close the bank accounts of its clients in the Dutch Caribbean.

Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang

In het Antilliaans Dagblad: Fiscaal onderzoek bij notariskantoren
WILLEMSTAD – De fiscale onderzoeken bij de notarissen vonden en vinden, ondanks de beperkingen van Covid-19, weer doorgang en de medewerking aan de kant van notarissen en adviseurs is daarbij ‘over het algemeen goed’.

Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt

  • Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
  • De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
  • Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani
Een Italiaanse prinses met zakelijke belangen in Nederland heeft het onderspit gedolven bij diverse rechtbanken in een langslepend conflict met zakenbank BNP Paribas.