De Orde van Advocaten van Curaçao, die van Aruba en die van Sint Maarten hebben daarom de handen in één geslagen en gezamenlijk een nieuw ontwerp tot stand gebracht. Zij werden daarbij geassisteerd door prof.mr. Jan de Boer, lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en lid van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten. Behalve de advocatuur zijn ook de rechters van het Gemeenschappelijk Hof geraadpleegd.

 

De belangrijkste voorstellen in het voorontwerp zijn de volgende:

 

Alle advocaten worden verplicht lid van de Orde van Advocaten. Dit is nu anders. Circa 30 van de ongeveer 195 advocaten in Curaçao zijn geen lid van de Orde.

 

Aan de Orde wordt een beperkte verordenende bevoegdheid gegeven, in het belang van een goede uitoefening van de praktijk. De Orde wordt daarmee een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 110 van de Staatsregeling van Curaçao. De verordeningen zijn bindend voor alle Curaçaose advocaten en voor de bezoekende advocaten uit Aruba, Bonaire en Sint Maarten. Voorzien wordt in een preventieve toetsing door de Minister van Justitie.

 

De Orde dient een verordening vast te stellen ten aanzien van een verplichte beroepsopleiding voor beginnende advocaten (advocaat-stagiaires), afgesloten met een examen. Er bestaat al een beroepsopleiding, verzorgd door de Stichting Beroepsopleiding Advocaten Curaçao. De huidige beroepsopleiding is echter niet verplicht.

 

De Orde wordt de mogelijkheid geboden om via een verordening een systeem tot stand te brengen van verplichte permanente opleiding voor advocaten die hun stage achter de rug hebben. Een dergelijk systeem draagt bij aan een verantwoorde praktijkuitoefening op de langere termijn.

Denkbaar is dat elke advocaat een aantal opleidingspunten per jaar moet behalen, te verdienen door een cursus te volgen, een cursus te geven of door te publiceren op het vakgebied. Het ligt voor de hand dat, als het zo ver komt, deze verplichting geleidelijk en afgestemd op de praktische mogelijkheid wordt ingevoerd.

 

De regeling van de tuchtrechtspraak blijft grotendeels ongewijzigd, behalve dat klachten tegen advocaten moeten worden ingediend bij de deken. Deze of een plaatsvervanger onderzoekt de klacht en bemiddelt. Lukt het niet de zaak in der minne te schikken, dan kan de klacht, zoals thans, worden voorgelegd aan de Raad van Toezicht, met de mogelijkheid van hoger beroep bij de Raad van Appel. In de Raad van Toezicht en de Raad van Appel zit ook een rechter.

 

Als de Minister van Justitie en de Raad van Ministers akkoord gaan met de voorstellen, worden deze aan de Raad van Advies voorgelegd. Vervolgens kan het ontwerp worden ingediend bij de Staten. Het streven is dat de nieuwe regeling op 1 januari 2014 in werking kan treden.

 

Op de foto v.l.n.r.:

Mr. Jan de Boer, mr. Caroline Fiévez, mr. Nelson Navarro en mr. Everett Wilsoe (vice-deken Orde van Advocaten)