Volgens artikel 56 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) is Nederland hiervoor verantwoordelijk. SMOC-voorzitter Peter van Leeuwen: “SMOC is na zeven jaar procederen het vertrouwen kwijt dat de overheid daadwerkelijk optreedt tegen de repeterende ernstige milieuvervuiling door Isla. Die onwil om op te treden beperkt zich niet alleen tot het bestuurlijke deel van de overheid, maar ook tot de rechtspraak”.

 

SMOC wil dat de verantwoordelijken ‘een serieuze prikkel’ krijgen om meer te gaan doen ten aanzien van het handhaven van de milieunormen. De milieurorganisatie denkt onder meer aan een hoge boete of een schadevergoeding, en ‘indien nodig ook het opleggen sluiting en renovatie van de raffinaderij’.

 

Volgens wetenschappelijk onderzoek sterven per jaar achttien mensen een vroegtijdige dood door een overmaat aan zwaveldioxide en fijnstof die de olieraffinaderij uitstoot. Toch wordt er niet van hogerhand ingegrepen, vindt SMOC. “De overheid controleert niet, toetst niet en handhaaft niet. De milieudienst bestaat slechts op papier en heeft ook geen uitrusting om te kunnen meten”, aldus Van Leeuwen in een persbericht.