Dat zegt parlementariër Juan David Yrausquin van regeringsfractie AVP vandaag tegen Amigoe.

 

Volgens de agenda van de Staten wordt deze wet morgen in het parlement behandeld. Of dat ook echt gaat gebeuren, was vanochtend nog onzeker. Veel fracties willen, ondanks dat de wet al uit 2008 stamt, meer tijd om de Landsverordening te bestuderen en eventuele aanpassingen in te dienen.

 

Ook de AVP-fractie wil de wet niet in de huidige vorm aannemen. “We zijn bezig met het maken van een groot amendement”, vertelt Yrausquin. “We willen zo veel mogelijk tegemoet komen aan het commentaar dat destijds (in 2008, red.) op de wetgeving was. Waaronder commentaar van onze partij.” Yrausquin is voorzitter van de Vaste Statencommissie voor financiële en economische aangelegenheden. Deze commissie vergaderde vandaag over de ketenaansprakelijkheid. De parlementariër benadrukt dat hij wel achter de doelstelling staat van de ketenaansprakelijkheid, namelijk mensen die nu geen belasting betalen wel belasting en premies laten betalen. Dus zonder de belastingen te verhogen, toch meer belastingen innen, legt hij uit. “Alleen zijn we het niet eens met de manier waarop dat in deze wet is geregeld. Yrausquin kon vanochtend echter niet inhoudelijk ingaan op de controversiële punten van de wet of de amendementen die hij wil zien.

 

Statenlid Andin Bikker (PDR) gaat wel in op punten waarmee hij het oneens is in deze wet. Hij heeft met name kritiek op het feit dat de termijn waarbinnen een betalingsregeling met de Belastingdienst getroffen kan worden, in het wetsvoorstel gehalveerd wordt. Bovendien heeft Bikker kritiek op de rente die betaald moet worden over een belastingschuld betreffende deze wet. Die ligt nu op 6 procent en wordt in het nieuwe wetsvoorstel jaarlijks bepaald aan de hand van de wettelijke rente. Dat kan dus gunstig, maar ook ongunstig uitpakken. Tenslotte vindt Bikker dat de regering burgers en bedrijven onvoldoende informeert en ook niet zorgt voor regelgeving waar de burger op kan terugvallen bij een belastinggeschil.

 

 

 

De wet op ketenaansprakelijkheid – officieel de Landsverordening aansprakelijkheid belastingen en premies volksverzekering – werd al in 2008 aangeboden aan het parlement. Maar de wet ging toen na veel protest door onder meer werknemers- en werkgeversorganisaties weer in de ijskast. Reden voor invoering van deze wetgeving is omdat de Belastingdienst niet in staat blijkt om een voldoende controle uit te voeren en belastingen en premies te innen van onderaannemers en uitzendbureaus. In 2008 werd berekend dat het verschuiven van verantwoordelijkheid naar de aannemer zo’n tien miljoen florin aan belastinginkomsten oplevert.