Deze tekorten zijn veroorzaakt door een drietal ontwikkelingen: een optredend vergrijzingsproces, het stapsgewijze verlagen van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 62 jaar en vervolgens 60 jaar zonder de bijbehorende maatregelen ter compensatie voor de gederfde inkomsten en de gevolgen van de nieuwe staatkundige structuur die bij verdeling van de boedel Ned. Antillen zijn opgetreden in het nadeel van Curaçao.

 

De voorgestelde maatregelen van het kabinet laten zich beknopt als volgt samenvatten:

- Verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd van 60 naar 65 jaar;

- Een beperkte overgangsregeling waarbij degenen die per 1 jan 2013 de leeftijd bereikt hebben van 59 jaar nog in aanmerking komen voor een AOV uitkering op 60 jaar. Zij die de leeftijd hadden van 57 en 58 jaar krijgen eenmalig de mogelijkheid om hun pensioengerechtigde leeftijd te kiezen met dien verstande dat elke jaar dat de verzekerde eerder met 65 jaar pensioen gaat een korting van permanent 6% per jaar op de AOV uitkering zal worden toegepast;

- Verhogen van de premie van 13% naar 15% . Deze verhoging komt ten laste van de werkgever;

- Verhogen van de premie inkomensgrens naar ANG 100.000 met dien verstande dat de verzekerde die een inkomen van ANG 100.000 geniet een extra premie van 1% boven het meerdere van dit bedrag dient af te dragen;

- Afschaffen van automatische indexering van de AOV uitkering. Indexering zal alleen plaatsvinden indien sprake is van reële economische groei;

 

Redactioneel commentaar:

Het interim kabinet heeft de voorstellen van de vorige Regering overgenomen en op enkele onderdelen zelfs verder aangescherpt. Dit is vreemd omdat deze voorstellen die op 20 januari 2012 door de voormalige Ministersraad zijn gelanceerd reeds toen de nodige financieel-economische en juridische vragen heeft opgeroepen. Op zijn minst zou verwacht worden dat het interim kabinet hiernaar zou kijken echter deze punten van commentaar zijn kennelijk niet van zwaarwegend belang gevonden gezien het genomen besluit om deze maatregelen voor te stellen.

 

Het betreft onder andere de navolgende kanttekeningen:

Financieel-economisch:

 

- Uit het dekkingsplan welke gepresenteerd is blijkt dat het fonds de eerste 10 jaar nog tekorten zal vertonen. Op lange termijn (20 jaar) zou sprake zijn van een overschot. Hoe gaan de tekorten van de eerste 10 jaar worden gedekt? Is het logisch dat zoals de regering het aanduid een onrechtmatig overgangsregeling wordt toegepast terwijl op lange termijn sprake is van overschotten? Waarom geen maatregelen die meteen tot evenwichtige verhoudingen binnen het fonds leiden?

- In de overgangsregeling wordt een permanente korting van 6% per jaar gehanteerd. De onderbouwing hiervan lijkt meer ontleent en gebaseerd te zijn op een kapitaaldekkingsstelsel terwijl bij de AOV het omslagstelsel wordt gehanteerd. Is het fair om appels met peren te vergelijken omdat het goed uitkomt?

- De thans nog werkende gepensioneerde (60 jarige) die AOV ontvangt is niet meer AOV plichtig. Als de pensioengerechtigde AOV leeftijdgrens wordt verhoogd naar 65 jaar moet er dan AOV premie worden afgedragen? Zo ja, waarvoor?

- Is economische groei van 1% reëel haalbaar gezien het feit dat in de afgelopen 10 jaar dit niet het geval geweest is?

- Wat zijn de economische gevolgen van invoeren extra lastenverzwaringen voor werkgevers en werknemers (premieverhogingen en optrekken loongrens)? Vermindering van de economische groei en eventuele toename van de werkeloosheid zal directe negatieve gevolgen hebben voor het AOV fonds.

De eerste macro economische berekeningen wijzen uit dat er sprake zal zijn van een daling van de economische groei en toename van de werkloosheid.

- Hoe staat het met de koopkrachtontwikkelingen en de gevolgen hiervan ?

- In hoeverre kan het omslagstelsel nog worden gehandhaafd ter dekking van het AOV gebeuren? Is het niet noodzakelijk om tot stelselwijziging over te gaan?

 

Juridisch:

- Kan bij een volksverzekering als de AOV differentiatie in premies en uitkeringen worden toegepast?

- Hoe verhoudt de beperkte overgangsregeling zich met uitgangspunten als rechtszekerheid, opgewekt vertrouwen en het gelijkheidsbeginsel?

- Hoe staat het met reeds overeengekomen (gegarandeerde) bedrijfspensioenregelingen die 60 of 62 jaar als eindpunt hebben en waarbij rekening is gehouden met de AOV franchise? Moeten deze worden opengebroken? Hoe en wie gaat de korting op de AOV financieren?

 

Het is begrijpelijk dat de regering maatregelen wenst te nemen om de precaire financiële situatie van het AOV fonds te verbeteren. Echter de vraag rijst of de thans voorgestelde maatregelen goed doordacht zijn. Opgepast moet worden dat niet dezelfde fout gemaakt wordt die politieke bestuurders in het verleden gemaakt hebben te weten het verlagen van de pensioengerechtigde leeftijd en verhogen van de AOV uitkeringen zonder compenserende en flankerende maatregelen te nemen om de gederfde inkomsten en toename van de uitgaven op te vangen. De samenleving wordt thans geconfronteerd met de gevolgen van dit kortzichtig handelen.

 

De lessen die hieruit geleerd kunnen worden is dat het wellicht beter is indien de direct betrokkenen ( werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden) zich rechtstreeks hiermee gaan bezighouden in plaats van dit over te laten aan de politici.

 

(Source: Vereniging Bedrijfsleven Curacao)