Lawyer demands investigation Court of Justice

March 21, 2012 11:24 AM

WILLEMSTAD - Criminal lawyer Eldon ‘Peppie’ Sulvaran wants an investigation into the acting of (a small group of) judges of the Court of Justice of Aruba, Curacao, St. Maarten and Bonaire, St. Eustatius and Saba.

WILLEMSTAD - Strafpleiter Eldon ‘Peppie’ Sulvaran wil een diepgaand onderzoek naar het handelen van (een kleine groep) rechters binnen het Hof van Justitie. Directe aanleiding is de casus van een gedetineerde, wiens bewaring voor acht dagen werd gevorderd. Volgens Sulvaran is de beschikking hiervoor al bij voorbaat door de rechter-commissaris opgemaakt, zonder rekening te houden met het verweer van de advocaat of de bestaande regels.

Sulvaran neemt de woorden machtsmisbruik, antidatering, illegale praktijken en het dekken van de rug van een klein groepje rechters die het voor het merendeel verpest, in de mond. Het is niet de eerste keer in vijftien  jaar dat hij aan de bel trekt over (vermeende) misstanden binnen het rechtssysteem. “Stagiairs, uit Nederland, zijn geschokt. Wat ze in theorie leren, wordt in de praktijk niet uitgevoerd.” Sulvaran zegt dat hij zeker niet de enige strafadvocaat is die met deze situaties te maken krijgen.

In het onderhavige geval heeft de rechter-commissaris niet onafhankelijk gehandeld en is volgens de raadsman op de stoel van de officier gaan zitten, die overigens zelden of nooit bij de behandeling is van zaken waarin bewaring van gedetineerden wordt behandeld. Die bewuste 17e februari was er geen officier, en ook geen verzoek om de bewaring te vorderen. De zaak kon volgens de raadslieden dus geen doorgang vinden. Maar de rc belde daarop de officier van justitie, om de vordering te komen brengen. Dat gebeurde ook, alleen ontbraken de gronden die de detentie van de gedetineerde moeten rechtvaardigen, zoals wettelijk is vereist.

“Daarop heeft de rc zélf de gronden opgesteld én beoordeeld, zeggende dat hiervoor jurisprudentie voorhanden is”, aldus Sulvaran. “We eisten inzage in deze jurisprudentie, maar dat werd geweigerd en mijn cliënt werd acht dagen bewaring opgelegd. De rc heeft als verlengstuk van het Openbaar Ministerie gefungeerd terwijl hij dat juist moet controleren”, zegt Sulvaran. Op 21 februari diende Sulvaran een verzoek in om de detentie te beëindigen, op basis van het feit dat de rc zijn macht misbruikt zou hebben. “Maar een dag later kregen wij te horen dat diezelfde rc ons verzoek tot het beëindigen van die detentie zou behandelen. Dat kan natuurlijk absoluut niet.” Na een korte discussie stemde de rc in om een collega het verzoek te laten behandelen. De officier liet weten dat men inmiddels in de volgende fase was beland van 60 dagen gevangenhouding en dat er over de eerste fase daarom geen klachten meer ingediend konden worden. Vervolgens werd het verzoek aangehouden tot vrijdagmiddag kwart voor vijf, na het sluiten van de rechtbank. Een collega-rc zou het verzoek op 28 februari behandelen, als de tweede fase al was ingegaan en klagen dus niet meer mogelijk zou zijn.

Sulvaran noemt dit spelen onder een hoedje door de officier en de rc om fouten te bedekken, ten koste van een opgesloten burger. Dinsdag werd de zaak behandeld met het verzoek om de gedetineerde nog eens 60 dagen langer vast te houden. De collega-rechter zou een dag later uitspraak doen, dus op 29 februari. Maar hij moest eerst uitspraak doen over het verzoek van de advocaat, dat de eerste toewijzing voor detentie van acht dagen door de eerste rc niet rechtmatig had plaatsgevonden en dus moest worden beëindigd. Dan pas zou de rechter de 60 dagen detentie eventueel kunnen toewijzen. “Wij stonden in ons recht, de rc kon bijna niets anders dan ons gelijk geven. Maar dat gebeurde niet, hij wees de 60 dagen toe zonder enige motivering.” De raadslieden gingen in hoger beroep, maar het hof wees dit ook af. En als klap op de vuurpijl stond in de toewijzing van de detentie op 29 februari, de datum van de 28e. “Dit ruikt naar falsificatie”, aldus Sulvaran.

Zwaarwegend

Het parlement zou, als enige in een trias politica (scheiding der machten), opdracht kunnen geven tot een doorlichting van het hof. Want volgens de raadsman is het niet het eerste soortgelijke incident. Persrechter Eunice Saleh laat in een korte reactie weten dat het hof eerst de documentatie wil bestuderen en de kwestie intern wil bespreken alvorens eventueel met een reactie te komen. Vanuit betrouwbare bron wordt vernomen dat de beslissing voor de detentie van betreffende gedetineerde gebaseerd is op artikel 101 van het Wetboek van Strafvordering. Het ging hier om een verdachte in een schietpartij waarbij het strafvorderlijk belang zwaarder weegt dan het persoonlijk belang.