Erich Zielinski: Ik zou een kanjer van een Officier van Justitie zijn geweest
- April 20, 2009 6:49 AM
Mijn meest spectaculaire zaak?
Nou Eric, ik zal met de deur in huis vallen. Dat moet de strafzaak tegen de bode van de Centrale Bank geweest zijn.
Erich Zielinski gaat er even gemakkelijk voor zitten. Hij is een grote krachtige man met een stentorstem, die hem in de rechtszaal goede diensten moet hebben bewezen.
We zitten op zijn gezellige porch , omzoomd met bomen die het goed doen in de curacaose natuur, maar die hier door de automatische bewatering tot hoogtes groeien zoals je ze zelden ziet. In een van hen is een bougainville omhooggekropen die vol in bloei staat. In de sala staat een box, de dienstbode loopt met de baby rond. “Van mijn dochter”, zegt Erich, en knipoogt naar de baby. “Zij is patholoog , een drukke baan op het ziekenhuis, daarom nemen mijn vrouw en ik een paar ochtenden per week het ouderschap over.”
Het ging zo.
De goede man had wel erg veel geld voor een eenvoudige bode. Dat bleek toen hij een beoefenaar van Brua(hekserij) 24.000 gulden betaalde voor een behandeling van het eczeem aan zijn voet.
De Brua-man liep met het geld direct naar de auto-handelaar Irausquin en kocht zichzelf een glimmende amerikaan met pluchen banken.
Irausquin vond het maar verdacht, die hoeveelheid contant geld, en belde de politie.
Die stonden al snel bij de bode op de stoep.
“Waar komt dat geld vandaan”, vroegen ze. Naar waarheid biechtte de man op dat hij het uit de centrale bank had meegenomen.
“Maar dat kan helemaal niet”, zo stamelde de Centrale Bank directeur, de heer van Delden. “In de Centrale Bank gaat geen geld om zoals bij een commerciele bank. Er ligt geld in de kluis en elke keer dat deze geopend wordt, wordt daar proces-verbaal van opgemaakt. Er zijn acht bankemployees bij de opening van de kluis verplicht aanwezig. Regelmatig gaat de kluis open voor oud-geld vernietiging. Daarvoor is een ponsmachine waarin de bundels bankbiljetten worden gedaan en die er gaten in ponst.”
“Ja”, vertelde de bode. “Dat klopt. Ik ben degene die de pons bedient en van elke tien bundels bankbiljetten stopte ik er een in mijn broek."
“Waar acht mensen omheen stonden?”, vroeg rechter van Breda.
“Ja, zij hadden dat niet door. Aan het einde van de dag stopte ik het geld in mijn boerhamzakje en nam het mee naar huis".
Rechter van Breda keek over zijn brilletje naar de verdachte en zei,” in zijn eenvoud was uw opzet briljant. Als u nu niet bekend had, dan had u er nog jaren mee door kunnen gaan. Waarom hebt u eigenlijk bekend ?”
“Omdat het toch een te zware wissel op mijn geweten trok,” antwoordde de bode.
De man kreeg een opmerkelijk lage straf voor zijn vergrijp. Eigenlijk was er niemand benadeeld, het geld bestond in feite niet meer.
Van het geld van de Centrale Bank had de bode vier huizen gekocht. Twee zijn in eigendom overgedragen aan de Centrale Bank, de andere twee heeft de bode tot op de dag van vandaag in zijn bezit.
“En een blunder in de rechtszaal?
Ik heb er vele meegemaakt, zelf heb ik ook wel eens geblunderd. Maar de casus van de jonge officier van justitie, een vooringenomen Nederlander die nog niet al te lang op het eiland vertoefde, zal ik nooit vergeten."
De officier van justitie , net gearriveerd uit Nederland moest een verdachte voorleiden in verband met heling.
De arme man moet niet in staat zijn geweest onze gekleurde Curacaoenaars uit elkaar te houden. Dat bleek toen hij een dief als getuige opriep, waarvan de verdachte iets gekocht zou hebben.
Ik was advocaat van de heler.
De officier stelde zijn getuige de vraag of hij gestolen goederen van de verdachte af had genomen. De dief keek de verdachte glazig aan en antwoordde ontkennend. De officier werd lijkbleek en herhaalde zijn vraag , nu luider. Weer ontkende de dief aan de verdachte ook maar iets geleverd te hebben.
Nu nam de rechter het over en vroeg aan de getuige aan wie hij dan gestolen goederen had verkocht.
Aan Wacho, antwoordde de dief. “Wilt u aan de getuige vragen of hij Wacho hier in de zaal ziet,” vroeg ik.
“Nee”, hij is hier niet”, antwoordde de getuige.
De heler ging dus vrijuit . Bij de uitgang kwam hij de politierechercheur tegen die eerder had beweerd dat als de schoft nu vrijuit zou gaan, hij zijn schoenen zou opeten. De heler herinnerde hem er vriendelijk aan en voegde er aan toe dat hij hem zelf zijn dure Bally schoenen zou komen voeren.
De omstanders konden de twee maar ternauwernood uit elkaar houden.
Erich Zielinski, zoon van een Duitse vader en een Curacaose moeder, werd in 1942 geboren op Bonaire, maar groeide op in het oude stadsdeel Otrobanda op Curacao.
Na zijn opleiding in Nederland keerde Zielinski terug naar Curacao waar hij een carriere begon in het onderwijs.
Op Curacao volgde hij de practizijnsopleiding, een sterk op de praktijk gerichte juridische opleiding.
Aan de opleiding waren een aantal locale juristen verbonden die de colleges gaven. De toenmalige PG Jan Bouer en mr. Luis Nahr, die later Officier van Justitie werd, om maar enkele te noemen. Voor Luis Nahr had Zielinski bewondering, maar eenmaal als advocaat gevestigd, had hij met hem ook enkele aanvaringen.
Nahr beschouwde advocaten als een noodzakelijk kwaad, en dat ‘noodzakelijk’ kon je misschien weglaten. Vroeger was het geen usance om advocaten inzage te geven in de strafdossiers. Daar is verandering in gekomen maar Nahr stond niet toe dat het dossier werd gekopieerd. Overschrijven, een onmogelijke taak, mocht wel. Eenmaal weigerde Nahr dat Zielinski zijn client te spreken kreeg voor de zitting. Dit strookte niet met de wet. "Maar" , zo zei Nahr. “de orde op het Stadhuis, dat ben ik.”
Ziedend was Zielinski toen Frank Promes, de toenmalige Advocaat Generaal, hem contact met zijn client weigerde. Rechter Breitbart vroeg hem wat er aan de hand was toen Zielinski luid protesterend binnenkwam.
Breitbart sloeg met zijn hamer op tafel nadat hij het verhaal had aangehoord. “In deze rechtszaal ben ik de baas. Ontruim de zaal. Mr. Zielinski kan hier ter plekke zo lang als hij wil overleggen met zijn client.” Daar werd flink misbruik van gemaakt ,want Zielinski en zijn client haalden er koffie en sigaretten bij en namen de tijd. Gelukkig maar, want Zielinski kon de client ervan overtuigen een getuige weg te laten omdat diens getuigenis ‘killing’ zou zijn geweest voor de zaak.
De practizijnsopleiding dwong je je gedachten te ordenen, totdat je tot een conclusie kwam. Een middel daartoe was het opstellen van je analyses en verzoekschriften in de ‘dat’vorm. ‘…geeft eerbiedig te kennen dat’ en ’deshalve het Uw Edelachtbare mogen behagen dat….’
Een heel goed leermeester heeft Erich gehad aan mr. van der Meer, vennoot van het toentertijd vooraanstaande kantoor Vermeer en Le Poole.
Een degelijke basis voor een succesvolle carriere, dat is hoe Erich er nu over denkt.
Inmiddels is Zielinski niet meer fulltime bezig met het vak, hij heeft echter nog enkele clienten, kennissen en vrienden die hij juridisch adviseert.
Erich heeft voor de derde keer in zijn leven een opmerkelijke carrierechange gemaakt. Hij is auteur van drie succesvolle romans die zowel hier als in Nederland zeer goed ontvangen zijn. Een vierde roman, naar zijn zeggen de beste, is op komst.
“Let maar niet op de rotzooi”, hij wijst naar een stapel tuinstoeltjes.
“Gisteren werd ik zevenenzestig, verjaarsfeestje gehad.”
Ik wijs naar het opschrift op zijn rode poloshirt. Pueblo Soberano.
“Hij lacht. "Nee, dat shirt heb ik niet speciaal voor jou aangetrokken. Ik heb het cadeau gekregen en vond de kleur mooi staan bij mijn broek".
“Maar heb je er een mening over. Over de partij, zijn voorzitter Helmin Wiels,"vraag ik. "Nou, het is mij duidelijk dat Nederland een janboel maakt van de afspraken inzake de nieuwe staatkundige toekomst. Het zijn niet de 'cheques and balances' die Nederland wil afdwingen die mij tegenstaan. Prima, meer sociale en rechtszekerheid. Maar de aanwijzingsbevoegdheid van de Nederlandse ministerraad inzake de Procureur Generaal gaat een stap te ver.
Daar kan geen weldenkend mens voor zijn, de afbraak van de trias politica.
En, ze hebben het daar in de tweede kamer over de ISLA. Over de vervuiling, de smog. Ze willen sluiting afdwingen. Maar in 1985, toen de Koninklijke Shell ons de de met hectoliters chemicalien vervuilde grond met opstallen voor een gulden verkocht, toen kraaide er geen haan naar.
Het ontbreekt ons aan een goede staatsregeling, die zou er eerst moeten zijn. Voordat de nieuwe staatkundige struktuur van kracht wordt.
Ik heb hier vier jaar geleden een ontwerp voor gemaakt, om een discussie op te starten. Een van de punten die daarin aan de orde kwam was: geen buitenlandse militaire basis op Curacaose bodem.
Met goedvinden van Nederland zitten de Amerikanen op hun Forward Operations Basis op Hato. Terwijl diezelfde Nederlanders Chavez van wapens voorzien.
Maar laten we het hebben over de juridische wereld. Ik vertelde je van mijn aanvaringen met Luis Nahr, omdat ik een eerlijke rechtsgang wilde afdwingen, met openheid van strafdossiers en open contact met de client. Ik heb Nahr gedagvaard. Dat is mij op 6 dagen cel komen te staan, uiteindelijk ben ik eraf gekomen met een boete.
Peppie Sulbaran is in de huidige tijd zo een strijdvaardige jurist. Ik bewonder dat in die man.
Le Poole, die samen met van der Meer partner was van het kantoor waar ik emplooi vond na mijn afstuderen in 1970, was een advocaat die door de rechtsgang zo murw is gemaakt dat hij geen strafzaken meer wilde doen. En dat is met mij uiteindelijk ook gebeurd.
Een van de aspecten die de advocatuur, het nobilae officium, zo bijzonder maakt, is dat je als advocaat met een been staat in de ambtelijke sfeer van de jurisprudentie en met het andere been tussen het publiek dat beschermd dient te worden tegen die ambtenarij. Dat komt het sterkst tot uiting in de strafpraktijk, waar je te maken hebt met een Openbaar Ministerie die haar machtsmiddelen maar al te vaak misbruikt.
Ik denk dan aan het geval Lolly Daal, een ludiek figuur met tegendraadse politieke en sociale opvattingen, en een fanatiek marihuanagebruiker.
In Amsterdam zou hij indertijd niet misplaatst geweest zijn, maar op Curacao schopte hij te vaak tegen het zere been. Vandaar dat hij dan ook drie dagen voor Carnaval, de politie vermoedde dat hij weer een rel zou schoppen, opgepakt werd wegens marihuanabezit. Omstanders hadden gezien hoe een agent bij Lolly’s arrestatie een pakje in zijn zak had laten glijden. Iedereen deed er een beetje lacherig over, tenslotte wist men dat Lolly na Carnaval weer zou worden losgelaten. Maar ik vond het verschrikkelijk en heb fel geprotesteerd. In 1954 werden de fundamentele rechten van de mens in het verdrag van Rome vastgelegd, die werden in 1956 in de Nederlandse wetgeving opgenomen. Maar implementatie van de rechten van een verdachte duurde op Curacao nog een hele tijd. Daarvoor moest de generatie, die zonder die mensenrechten was opgeleid, eerst uitsterven.”
“Je staat te boek als een van de beste pleiters van het eiland”, zeg ik.
“Heeft jouw eerdere onderwijsopleiding daarbij geholpen?”
“Nou, het moet van nature in je zitten”, antwoordt Erich Zielinski.
“Een onderwijzer leert zaken eenvoudig te formuleren, ik kreeg tijdens mijn opleiding spraaklessen, leerde dicteren en articuleren.
Maar ik denk dat mijn kwaliteiten als schaker me meer voordeel hebben opgeleverd. In het civiele recht heb je te maken met een tegenpleiter, een advocaat die je tegenstander is. Dan moet je schaken.
Mr.Sjiem Fat was zo een tegenstander. En eentje van formaat. Hij leed aan gaapziekte, iedereen wist dat als hij zijn pleidooi onderbrak om uitgebreid te gapen, de man het niet kon helpen. Maar ik vermoedde dat hij daar misbruik van maakte en de tegenpleiter er op het verkeerde been mee zette. Hij scoorde dan als je even niet oplette. Je moest ontleed hebben wat hij zei voordat hij gaapte, want daarna was het moment dat hij het zwaard liet neerkomen.”
“Heb je zelf ooit ambities gehad om rechter te worden?”
“Nee, absoluut niet. Ik zou wel een kanjer van een Officier van Justitie zijn geweest. Graag sta ik aan een kant en kom ik op voor een zaak.
Terugkomend op je eerdere vraag, het verschil tussen toen en nu.
De advocatuur is verzakelijkt. Dat is begonnen met de toename van de offshore industrie die Ton Smeets na de oorlog heeft binnengehaald. Toen ik begon waren er 4 praktijken met 8 advocaten. Nu zijn er een paar honderd juristen op het eiland. Het kantoor waar ik werkte had internationale contacten, dat van Papa Rojer ook. Curacao was met zijn haven, dokmaatschappij, offshore en olieindustrie sterk internationaal. Mr. Hagen zat bij Papa Rojer, een specialist op het gebied van zeerecht. Merkenrecht, ook toen al waren er procedures over merkvervalsing. In dat opzicht is niet veel veranderd, behalve dan dat de offshore-industrie grotendeels weggevallen is.
Curacao zal altijd een bijzondere positie blijven innemen als internationaal handelscentrum en zo de advocatuur bepalen. We zijn kooplieden. En een beetje piraten, dat laatste hebben we van het moederland geleerd.
Bij mijn aantreden moest ik met alle acht advocaten gaan kennismaken, dat zou nu ondoenlijk zijn geweest. Wat veranderd is, is dat vroeger elke advocaat zijn gemeenschap grondig kende. Nu bestaat de advocatuur voornamelijk uit ‘dagjesmensen’, hollandse juristen die hier een paar jaar zitten, geen kennis hebben van lokale gebruiken, verhoudingen en gewoonten en daar ook geen interesse voor hebben. Maar die een paar jaar later zich in Nederland wel opwerpen als Antillenspecialist.
Misschien zou de Orde van Advocaten een soort van inburgeringscursus voor deze mensen verplicht moeten stellen.”
“Ik hoop dat ze dit interview lezen Erich, wie weet wat daar van komt.”
Ik neem afscheid van deze opvallende advocaat en schud zijn vrouw, die inmiddels is gearriveerd voor de lunch, de hand.
Geschreven door Eric de Brabander
Curacao, April, 2009
Copyright by Curacao Legal Portal
Dit interview werd ook, in verkorte versie, gepubliceerd in het Antilliaans Dagblad van 4 mei 2009
Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank
- May 08, 2021 6:14 PM
Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang
- May 07, 2021 8:04 AM
Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt
- February 22, 2021 4:51 PM
- Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
- De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
- Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani