DEN HAAG — Minister Ard van der Steur van Justitie wil extra onderzoek doen naar corruptie op Bonaire, St. Eustatius en Saba. Aanleiding is het onderzoek door de Raad voor de Rechtshandhaving, die concludeerde dat er weinig feitelijke informatie is over corruptie in Caribisch Nederland.

 

“Zoals de Raad en andere betrokken partijen op de eilanden constateren, is het lastig een gedegen en objectief beeld te krijgen van de omvang van eventuele corruptie”, schrijft Van der Steur, mede namens minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken, aan de Tweede Kamer. Bonaire, St. Eustatius en Saba kennen een hechte gemeenschap en het is moeilijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen gewone zakenrelaties en relaties waarin sprake is van ongeoorloofd ruilen, schrijft de minister. Wat verder meespeelt, is dat er soms politieke redenen zijn om aangifte te doen van corruptie. “Dit maakt het voor OM en Rijksrecherche lastig om over te gaan tot strafrechtelijk onderzoek en vervolging”, aldus Van der Steur.

 

De Justitie-minister is het daarom eens met de aanbeveling van de Raad voor de Rechtshandhaving om meer informatie te verzamelen over corruptie en hier een plan van aanpak voor op te stellen. “Samen met het OM zal ik bezien hoe de aard en omvang van de corruptie in kaart kunnen worden gebracht, zodat aanvullende acties en maatregelen kunnen worden geformuleerd”, schrijft hij.

 

De Raad voor de Rechtshandhaving adviseerde ook om de Wet BIBOB in te voeren in Caribisch Nederland. Die wet geeft de overheid de mogelijkheid om de integriteit te toetsen van bedrijven of particulieren die een vergunning of subsidie aanvragen, en het recht om een aanvraag vervolgens te weigeren. Van der Steur heeft echter zijn twijfels over het nut van de wet op de eilanden. “Immers een bestuursorgaan dat nu de ogen dichtknijpt en geen of slecht onderzoek doet, kan dat ook onder de Wet BIBOB doen”, schrijft hij.

 

Integriteit

 

Uit het onderzoek van de Raad voor de Rechtshandhaving bleek verder dat er grote verschillen zijn op de drie eilanden. De situatie op Saba is positief, maar op St. Eustatius zijn verschillende betrokkenen te veel afhankelijk van elkaar, bijvoorbeeld omdat ze familie zijn.

 

Op Bonaire is er sprake van verstoorde ‘checks and balances’. De Raad schrijft hierover: “Een terugkerend signaal dat in de interviews naar voren komt is dat door belangenverstrengeling tussen het ambtelijk apparaat, de Eilandsraad en het Bestuurscollege er onduidelijkheid bestaat welke belangen een rol spelen.” De organisatie citeert ook een van de betrokkenen, die zegt: “Ambtenaren worden met enige regelmaat onder druk gezet om zaken snel te regelen, soms buiten de regels om.”

 

De integriteit van bestuur is een verantwoordelijkheid van minister Plasterk. Hij onderschrijft de aanbeveling dat het bestuur op de eilanden verder moet professionaliseren. “Met Bonaire zijn medio augustus (...) specifieke afspraken gemaakt met als doel om voor het Bestuurscollege, de Eilandsraad, het ambtelijk apparaat en de overheidsbedrijven tot doelmatig, transparant, integer, deugdelijk en rechtmatig bestuur te komen”, aldus Van der Steur namens zijn collega. De Rijksvertegenwoordiger heeft op dat gebied een rol als toezichthouder.

 

Amigoe