WILLEMSTAD – “P. was op het verkeerde moment op de verkeerde plek”, was de conclusie van Alicia Blonk, de raadsvrouw van Carlos P., die vandaag in de zaak Magnus haar pleidooi mocht houden.

  

Hij had niets met de aanslag te maken en wist er pas van toen hij het hoorde op de radio, schrijft Caribisch Netwerk.

 

Gisteren had officier van Justitie Gert Rip vijf jaar cel geëist tegen haar cliënt, die verdacht wordt van medeplichtigheid aan de moord op Helmin Wiels. De raadsvrouw kon in het requisitoir geen argumenten terugvinden die zo’n straf zouden kunnen rechtvaardigen.

 

“Hij heeft een auto gewassen”, zo zei ze, “sinds wanneer is dat strafbaar? Hij heeft een wit T-shirt aan hoofdverdachte Elvis K. geleend die daar een sportjack met een hoodie overheen heeft getrokken. Hoe heeft dat bijgedragen aan het uitvoeren van een aanslag? Voor, tijdens en na de aanslag is er volgens getuigenverklaringen steeds sprake geweest van een nummerbord met het cijfer 44 er op, “dus valse kentekenplaten die mijn cliënt zou hebben geleverd, zijn niet eens gebruikt.”

‘ ’

Ze wilde er zelfs niet aan dat haar cliënt wist dat hij de vluchtauto stond te wassen na de moord op Wiels. Hij zat, volgens haar, vóór, tijdens en na de moord alleen maar ‘te chillen met zijn mattie’. Wist hij veel wat ze van plan waren. Een T-shirt uitlenen aan iemand die er om vraagt zonder dat je van te voren weet dat hij er zijn tatoeages mee wil bedekken om een aanslag te kunnen plegen, is ook niet strafbaar. Ze vond het veel erger dat P. op basis van zo weinig strafbare elementen al bijna elf maanden in voorarrest zit onder mensonterende omstandigheden.

 

P. is op eigen verzoek overgeplaatst naar de politiecel van Rio Canario omdat hij voor zijn leven vreesde als hij in voorhechtenis zou zitten in de reguliere SDKK-gevangenis. Maar zelfs in het geval een verdachte vraagt om op een andere plek gedetineerd te worden, dient dat onder menselijke omstandigheden te gebeuren. De cel in Rio Canario stinkt, het is er ongemeen warm, er zitten geen ramen in, er is geen frisse lucht, geen ventilator, er is geen tv, geen dagbesteding, er zijn geen andere mensen om een praatje mee te maken buiten de bewakers en alles valt van rottigheid uit elkaar. P. heeft zijn cel en de ruimte waar hij wordt gelucht uit ellende maar zelf in de verf gezet.

 

Een politiecel is sowieso niet de plek om iemand lang vast te houden en die politiecel al helemaal niet. Internationaal onderzoek heeft die locatie de laatste jaren al twee keer afgekeurd als ongeschikt voor gebruik. De officier van Justitie beloofde prompt een grote ventilator, maar heeft voor hem geen andere plek. Blonk wil dat P. snel op vrije voeten wordt gesteld want P. heeft een dochtertje van drie, kan direct terecht in zijn oude baan en zit nu elf maanden vast “omdat hij zat te chillen met de verkeerde personen op het verkeerde moment en omdat hij een auto heeft gewassen.”

 

Hij heeft, volgens de raadsvrouw, na de aanslag op Helmin Wiels, er geruchten over gehoord in Koraal Specht, is opgepakt en is, omdat hij behulpzaam wilde zijn, dingen gaan verklaren waardoor zichzelf alleen maar in grote problemen heeft gebracht. Hij is nu het slachtoffer van de druk van de samenleving om een dader en betrokkenen achter de tralies te krijgen.