WILLEMSTAD — Marije Vaders, advocaat van Claysendy Mercera, wil enkele getuigen horen om aan te tonen dat haar cliënt niet betrokken is geweest bij de moord op Aldryn ‘Ali’ Kani in een kapperszaak op 15 oktober 2011. De man, veroordeeld tot veertien jaar celstraf, heeft altijd ontkend de schutter of de bestuurder van de vluchtauto te zijn geweest en vecht zijn veroordeling in hoger beroep aan. 

De behandeling hiervan werd echter aangehouden voor het horen van de getuigen.

 

Kani werd in de volle Ado Den Haag Barbershop door twee mannen doodgeschoten. Ook het zoontje van het slachtoffer raakte daarbij gewond. Voor dit laatste, oftewel poging doodslag op de zoon en voor poging doodslag op agenten tijdens een politieachtervolging, werd Mercera vrijgesproken. Mercera is echter van mening dat hij ook voor de moord op Kani vrijgesproken dient te worden. Hij kreeg een veel lagere gevangenisstraf dan de 22 jaar cel die het Openbaar Ministerie bij de behandeling van de zaak eiste. Dit, omdat het gerecht hem niet beschouwt als schutter maar als chauffeur van de vluchtauto. De rechter is ervan overtuigd dat de man de bestuurder van de auto was, waarmee de twee schutters zijn gevlucht. Deze overtuiging is vooral gebaseerd op zijn DNA-materiaal in die vluchtauto, schotresten op zijn T-shirt en op het feit dat hij op de vlucht was met twee mannen, die zich tijdens de vlucht van hun kogelvrije vesten hebben ontdaan. Het doodschieten werd door de rechter verder beoordeeld als de uitvoering van een vooropgezet plan om het slachtoffer te liquideren. Bij de uitvoering van de liquidatie heeft de man als chauffeur van de vluchtauto een wezenlijke rol gespeeld, zodat hij als medepleger van de moord veroordeeld werd.

 

Advocaat Marije Vaders eiste eerder vrijspraak voor haar cliënt. Volgens haar heeft het OM niet wettig en overtuigend kunnen bewijzen dat Mercera betrokken was bij de moord. Dat er een fles met zijn DNA in de auto werd gevonden en één van de vele vingerafdrukken aan de buitenkant van de auto van hem was, betekent niet dat hij op die bewuste dag aanwezig was in de kapperzaak, noch dat hij op Kani had geschoten en nimmer dat hij ín de vluchtauto had gezeten, aldus Vaders. Tevens kan Mercera door het schotdeeltje op zijn shirt nimmer gelinkt worden aan deze moord. “Bovendien hebben de getuigen die toen in en buiten de kapperzaak aanwezig waren, inclusief politieagenten die ooggetuigen waren, Mercera niet herkend als een van de daders.” Om zijn onschuld aan te tonen wil Vaders nog enkele getuigen horen, waardoor de zaak voor enkele maanden werd aangehouden.

 

(Amigoe)