ORANJESTAD — De heropening van de olieraffinaderij in San Nicolas staat garant voor een verhoging van het bruto nationaal product (bnp) van 12,4 tot 15 procent.

 

Het Amerikaanse Citgo, straks verantwoordelijk voor het runnen van de raffinaderij, moet jaarlijks 10 miljoen dollar winstbelasting betalen, of het nu daadwerkelijk winst maakt of niet. Als de winst hoger uitkomt dan 100 miljoen dollar, betaalt het bedrijf hierover 6 procent belasting.

 

De regering gaf deze informatie gisteren aan het parlement in een uitgebreide presentatie over de Citgo-deal voor de heropening van de olieraffinaderij. Daaruit blijkt onder meer dat Citgo ‘onderworpen wordt aan het bestaande fiscale regime voor raffinaderijen en olieterminals’. MEP-parlementariër Dangui Oduber liet zich na afloop van de presentatie kritisch uit over deze winstregeling met Citgo en merkt op dat alle andere ondernemers in Aruba 28 procent winstbelasting moeten betalen.

 

Hoofdonderhandelaar van de regering, Richard Arends, gaf ook uitgebreide uitleg over het bedrijfsmodel en hoe Citgo denkt winst te kunnen maken met de raffinaderij. Hij maakte onder meer duidelijk dat het voor Citgo en moederbedrijf PDVSA voordeliger en sneller is om de Arubaanse raffinaderij op te knappen dan om een nieuwe raffinaderij op te zetten. Zo zou het bouwen van een compleet nieuwe raffinaderij ongeveer 8 miljard dollar kosten, tegenover ongeveer 700 miljoen dollar aan renovaties. Bovendien zou de bouw van een nieuwe raffinaderij minstens zes jaar duren, in tegenstelling tot de verwachte twee jaar die het kost om de verouderde raffinaderij in San Nicolas weer in productie te kunnen nemen.

 

Ook het personeelsbeleid kwam gisteren aan de orde. Volgens de presentatie komt het aantal personeelsleden in vaste dienst uit op maximaal 600 en kan het aantal contractarbeiders oplopen tot 2400. Van het vaste personeel mag maximaal 20 procent uit het buitenland komen. Statenlid Oduber vindt het percentage te hoog, ‘want er zijn genoeg mensen in dit land die het werk kunnen verrichten’. Topposities vallen overigens buiten de 20 procentregel. Citgo mag bepaalde specifieke cruciale functies ‘invullen zoals zij wil’.

 

Eerder werd al duidelijk dat de huidige eigenaar van de olieraffinaderij, Valero, na overname niet verantwoordelijk meer is voor de ontmanteling. Die verantwoordelijkheid gaat gezamenlijk, voor 50 procent elk, over op Citgo en de Arubaanse overheid. Mocht Citgo de huur voortijdig opzeggen, dan is het bedrijf voor de volle 100 procent verantwoordelijk voor de ontmanteling. Ook eventuele aansprakelijkheid voor schade aan het milieu wordt door Valero afgekocht. De compensatie hiervoor is nog een punt van onderhandeling tussen de regering en Valero.

 

Amigoe