ORANJESTAD — Staatsoliemaatschappij PDSVA heeft de Arubaanse raffinaderij nodig om van haar extreem zware stookolie een mengsel te maken dat verder geraffineerd kan worden.

 

Het bedrijf heeft onvoldoende eigen ‘upgraders’ en niet genoeg geld om snel nieuwe te bouwen.

 

Dat stelt financieel dienstverlener Bloomberg op basis van informatie van onderzoeksbureau BMI Research. PDVSA zou krap bij kas zitten en daarom zelf geen upgraders kunnen bouwen. De meest moderne upgraders waarover PDVSA beschikt, werden meer dan tien jaar geleden gebouwd in samenwerking met bedrijven als Total SA en Chevron Corp.

 

Volgens Mara Roberts, analist van BMI Research in New York, is het gebruik van de Arubaanse raffinaderij voor PDVSA ‘een voor de hand liggend alternatief’ voor het bouwen van eigen, broodnodige, capaciteit. “De Venezolaanse ruwe olie is onverkoopbaar als het niet eerst geüpgrade of verdund is. Omdat PDVSA steeds minder zelf in staat is om haar eigen verdunners te maken, is een minder dure lease een haalbare optie, zodat ze hun product kunnen blijven uitvoeren”, aldus Roberts tegen Bloomberg.

 

De Amerikaanse oliemaatschappij Citgo, dochter van PDVSA, onderhandelt sinds enkele maanden met de Arubaanse regering over de in onbruik geraakte Valero raffinaderij in San Nicolas. Het idee is dat Aruba eigenaar wordt van de raffinaderij en deze daarna leaset aan Citgo voor een periode van tussen de 15 en 25 jaar, met de optie voor verlenging met 10 jaar. Valero en de regering onderhandelen momenteel over de oprichting van een schoonmaakfonds voor wanneer de raffinaderij wordt overgedragen aan Aruba. De nieuwe operator Citgo neemt dat fonds vervolgens over en wordt aansprakelijk voor alle milieu-aspecten van de raffinaderij.