PARAMARIBO - Geld dat de Centrale Bank van Suriname in de economie heeft gepompt ter beteugeling van de valutakoersen, staat vermoedelijk op buitenlandse rekeningen van burgers.

 

De economie is niet in staat om binnen twee jaar zevenhonderd miljoen US dollar te consumeren. Deze analyse maakte de econoom Steven Debiperasad, bestuurslid van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), dinsdagavond tijdens een lezing van de Kenniskring.

 

De afgelopen periode daalde de monetaire reserve van ongeveer één miljard US dollar naar onder de 300 miljoen US dollar. Debipersad wijst er in een gesprek met de Ware Tijd op dat de mededeling van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën - als zou de monetaire reserve nu 370 miljoen US dollar bedragen - onmogelijk kan kloppen. Ruim honderd miljoen US dollar is volgens hem niet in contant geld uit te drukken.

 

Debipersad stelt ook dat De Centrale Bank met de devaluatie van de SRD nog altijd niet op één lijn is komen te liggen met de zwarte marktkoers, omdat nog altijd de druk op de US dollar toeneemt, die buiten de officiële wisselkoers een stijgende trend vertoont. Als de totale staatsschuld in acht wordt genomen, heeft Suriname volgens Debipersad per inwoner nu een schuld van SRD 15.000.

 

De cijfers geven aan dat de economische groei van gemiddeld 5 procent tot medio 2013, in 2014 is gedaald naar 1,8 procent. Uit prognoses van het algemeen Bureau voor de Statistiek moet verwacht worden dat voor 2015 de economische groei iets boven de 1 procent zal zijn. De devaluatie betekent voor de bevolking een verarming, omdat de koopkracht sterk achteruit is gegaan, terwijl de tarieven voor nutsvoorzieningen zijn gestegen. "Wij zijn collectief armer geworden", concludeert Debipersad.

 

De Ware Tijd