ORANJESTAD — De advocaten van de Carlson Group willen eiser Aruba Growth Fund (AGF) niet-ontvankelijk laten verklaren. In de verkoop van het Radisson is volgens de juristen het recht van Delaware (VS) van toepassing en had AGF dus daar de zaak voor de rechter moeten brengen.

 

Immers zijn de werkelijke bazen Amerikanen, zijn vooral Amerikaanse advocaten ingeschakeld en is in de onderhandelingen altijd gesteld dat het Delaware-recht geldt, aldus de advocaat. AGF betwist dat en voert aan, verwijzend naar het EVO-verdrag op verbintenissen, dat toch echt het Arubaans recht geldt voor deze zaak. Tot slot gaat het ook om ‘een Arubaans hotel met ook Arubaanse werknemers’, aldus de advocaten.

 

Zoals gisteren in Amigoe gebracht, wacht de Carlson Group met de uitvoering van de koopovereenkomst met RIU voor het Radisson-hotel totdat de rechter uitspraak heeft gedaan. Dat beloofde de advocaat maandag in de rechtszaak van Aruba Growth Fund (AGF) tegen Carlson. De uitspraak staat op 17 juni gepland. De transactie van het hotel moet per 1 juli zijn afgerond nadat op 22 mei Carlson met RIU een overeenkomst sloot waarbij deze laatste bovengenoemd hotel koopt. Dit nam amper acht dagen van onderhandeling, terwijl Carlson sinds september vorig jaar onderhandelde met AGF over de verkoop.

 

Toen bekend werd dat Carlson met RIU in zee was gegaan, spande AGF een kort geding aan met als belangrijkste eis dat Carlson met het lokale investeringsfonds weer aan de onderhandelingstafel komt zitten. En tot een akkoord komt zoals is afgesproken. Maar Carlson’s advocaat, Doris Canwood van kantoor Sjiem Fat, liet in de rechtszaal duidelijk blijken dat de overeenkomst met RIU blijft staan. En dat ze er niet van uit gaat dat de rechter in deze zaak de koopovereenkomst ontbindt dan wel nietig verklaard. Als AGF vindt dat ze schade heeft ondervonden, is het beter dat het fonds een bodemprocedure begint met een schadeclaim tegen Carlson. Maar de verkoop van het hotel aan RIU is een ‘onomkeerbare situatie’, benadrukt ze.

 

Aan het lijntje

 

De advocaten van AGF, van het kantoor VanEps Kunneman Van Doorne, willen in hun betoog vooral duidelijk maken dat Carlson de zaak eigenlijk heeft ‘bedonderd’. En op het laatste moment, toen met AGF alleen nog een paar punten afgerond moesten worden, achter de rug om met RIU heeft onderhandeld. Ze ontkennen dan ook de stelling van Carlson dat de onderhandelingen stroef verliepen en in mei er nog altijd geen zicht was op een oplossing en een akkoord. Uit het proces blijkt dat de onderhandeling lang duurde vanwege onder meer het uitblijven van het ‘due diligence’-rapport (onderzoek naar het hotel maar ook bijvoorbeeld de financiën zodat de koper zeker weet wat hij koopt) en een lijst met punten waar nog discussie over was. Ook blijkt AGF om een verlaging van de koopprijs te hebben gevraagd. Op 11 mei ging Carlson daarmee akkoord en op 18 mei zou de laatste dan wel een van de laatste vergaderingen plaats hebben om alles af te ronden, aldus advocaat Rogier van den Heuvel. Maar toen begonnen de problemen.

 

Op 18 mei bleken de advocaten van Carlson dermate onvoorbereid te zijn, dat verder vergaderen geen zin had. Toen AGF daarna probeerde een nieuwe datum te prikken, begon Carlson moeilijk te doen; er was een sterfgeval in de familie van een van de advocaten en vervolgens waren de advocaten te druk met andere zaken. Het Amerikaanse feestweekend (langer, vanwege Memorial Day op 25 mei) ging voorbij en toen AGF weer contact zocht, bleek Carlson al een overeenkomst met RIU (22 mei) te zijn aangegaan. AGF is dus gewoon aan het lijntje gehouden, aldus advocaat Van den Heuvel.

 

All-inclusive

 

Zoals gemeld had de overheid ook een advocaat (Rudi Oomen) gestuurd om AGF te steunen. Maar vooral ook om een signaal af te geven dat de overheid niet blij is met de verkoop aan RIU, omdat die er een all-inclusive hotel van wil maken. Terwijl de overheid all-inclusive juist aan banden wil leggen. Opmerkelijk genoeg gaf de advocaat van Carlson aan dat het helemaal niet zeker is of RIU van Radisson een all-inclusive gaat maken. Want dat maakte geen onderdeel uit van de onderhandelingen.

 

Toch ging advocaat Canwood vervolgens uitgebreid in op de argumentatie. In de Amigoe van gisteren over deze rechtszaak werd per abuis het woord ‘geen’ vergeten in de zin: “Verder is er ook de wet die vereist dat de overheid vooraf toestemming moet geven voor deze transactie mocht het hotel een all-inclusive worden”. Er is dus geen wet en ook geen vastgesteld beleid, zo voerde raadsvrouwe op. Carlson stelt dan ook dat als de overheid wat wil doen om een all-inclusive te voorkomen, ze dit moet opnemen met de nieuwe eigenaar.

 

Daarbij zegt de advocaat wel nog dat de overheid met ‘twee maten’ meet, omdat ze wel het all-inclusive hotel (Bahia Principe) in San Nicolas toelaat. Dat het in San Nicolas is, wil niet betekenen dat het daar geen effect zal hebben op restaurants of dat er buitenlandse krachten geworven moeten worden. En hoe zit het dan met time-share, waar toeristen vooral zelf in de keuken gaan staan, vraagt de advocaat zich af.

 

 

Advocaat Wix ontkent aantijgingen

 

Bron:Amigoe