WILLEMSTAD — De adviseur corporate governance SBTNO heeft geen bezwaar tegen de voorgenomen verkrijging van aandelen door de openbare rechtspersoon Curaçao in het nog op te richten Curaçao Maritime Center (CMC) en de Curaçao Droogdok Exploitatie Maatschappij.

 

De adviseur is van mening dat het algemeen belang van Curaçao zich niet verzet tegen de voorgenomen verkrijging van aandelen ‘met dien verstande dat, zoals door de minister gesteld, het te plaatsen kapitaal bij de oprichting van de voornoemde vennootschappen wordt gesteld op een minimaal nominaal kapitaal, zodat de (financiële) verplichtingen van het land bij de oprichting van ondergeschikte betekenis zullen zijn’.

 

Het is ook wenselijk dat voor de oprichting van de voornoemde vennootschappen van het ministerie van Financiën advies wordt verkregen, aldus de SBTNO. Vorige maand werd bekend dat de geplande investering in de Curaçaose Dok Maatschappij (CDM) voorlopig geen doorgang kan vinden. Het begrote bedrag van 9 miljoen gulden voor het CMC zou worden aangewend om in CDM te investeren. Onder oud-minister van Economische Ontwikkeling Steven Martina werd het bedrag voor CMC goedgekeurd. Maar onder de huidige minister Stanley Palm wordt een andere koers gevaren en is er een bestemmingswijziging aangevraagd voor deze gelden. Ook CDM-directeur Getmar Caldera staat achter deze bestemmingswijziging.

 

Maar nu blijkt dat die niet zomaar kan worden doorgevoerd. “Financiën is aan het uitzoeken of dit mogelijk is, hoe het moet gebeuren en per wanneer”, aldus Caldera. Dat de bestemmingswijziging niet zomaar kan plaatsvinden, heeft te maken met onder meer de strenge begrotingsregels waar Curaçao zich aan heeft te houden conform de consensus-Rijkswet financieel toezicht. Het College financieel toezicht (Cft) is belast met het toezicht op de naleving van deze regels.