WILLEMSTAD - Het Gerecht van Eerste Aanleg heeft vandaag besloten dat het beslag dat CH Offshore Ltd. had laten leggen op de Goanoco, een schip in eigendom van PDV Marina, niet hoeft te worden opgeheven. Dat had PDV Marina geëist middels een kort geding.

 

CH had het beslag laten leggen ter verhaal van een vordering van ruim USD 56 mln, als gevolg van door PDV Marina niet betaalde vergoedingen voor twee door de partijen gesloten charterovereenkomsten. Na het beslag zijn beide partijen met elkaar in onderhandeling gegaan over het stellen van een bankgarantie voor een door de rechter bepaald bedrag van USD 70 mln. Later eiste PDV Marina middels een kort geding toch dat het beslag opgeheven zou worden tegen zekerheidstelling van de waarde van het schip, dat door PDV Marina op bijna USD 1,5 mln werd gesteld. Daarbij stelde PDV Marina dat haar belang bij opheffing van het beslag zwaarder woog dan het belang van CH bij handhaving van het beslag.

 

Hierin is de rechter niet meegegaan. Advocate van CH, Eva Pennings van VanEps Kunneman VanDoorne, maakte namens haar cliënt aannemelijk dat het belang van CH zwaarder weegt, gezien het feit dat zij al jaren de vordering probeert te verhalen. Daarnaast overtuigde zij de rechter dat het niet aannemelijk is dat CH zich zal kunnen verhalen op andere vermogensbestanddelen van PDV Marina.

 

De rechter besloot dan ook het beslag niet op te heffen.

 

In deze zaak werd CH Offshore Ltd. vertegenwoordigd door advocaat Eva Pennings van VanEps Kunneman VanDoorne. PDV Marina werd vertegenwoordigd door Bertie Braam van advocatenkantoor Braam & Pols op Curacao.