De man zou meerderemalen zijn vriendin met de dood hebben bedreigd. Onder andere met een vuurwapen tegen haar hoofd en met tekstboodschappen via de telefoon. Er lag ook bewijs op tafel dat de man zijn vriendin zou hebben geschopt, gebeten, geduwd en geslagen. Hij werd na aangifte van de vriendin bij de politie door de Koninklijke Marechaussee aangehouden. In verband met mogelijk illegaal vuurwapenbezit zijn ook 2 huiszoekingen verricht bij hem thuis en bij een familielid van hem. De vuurwapen is nooit gevonden.

 

De man werd door het Gerecht uiteindelijk voor 3 van de 6 strafbare feiten vervolgd. De Rechter noemde het een "serieuze en ernstige zaak in de relationele sfeer". Triest in deze zaak is dat de man en vriendin samen een kind hebben. De relatie is uit, maar door de aanwezigheid van een kind zullen de beide personen toch contact met elkaar moeten houden. Hiermee is door de Officier van Justitie (OvJ) en het Gerecht in de strafmaat en vonnis rekening gehouden.

 

De man werd conform de eis van de OvJ van het Openbaar Ministerie (OM) veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf in de vorm van een leer- en werkstraf. Hij moet via de Stichting Reclassering een 'agressie-regulatie cursus' volgen en moet kreeg hij een werkstraf van 100 uur. Doet hij de taakstraf niet naar behoren, dan gaat hij alsnog 50 dagen achter slot en grendel, zo oordeelde het Gerecht.