De vriendinnen gingen een vrouw te lijf omdat ze een relatie met dezelfde man onderhielden.

 

D. is de partner van de man B. Maar B. had ook een relatie met ene G., die op dat moment zes maanden zwanger was van B. Partner D. ergerde zich aan de liefdesrelatie en deed bij de politie zelfs aangifte van bedreiging op het moment dat G. via tekstberichten haar bedreigde. D. moest van ‘haar man afblijven, anders zou er wat gebeuren’, zo luidde één van de vele berichten.

 

D. en G. moesten zich beide op het politiebureau melden waar op 10 juli vorig jaar een bemiddelingsgesprek heeft plaatsgevonden. Op weg naar huis kwamen D. en haar vriendin N. partner G. tegen. Ze stapten uit de auto en begonnen G. op klaarlichte dag te mishandelen waarbij D. de zwangere G. meerdere malen vuistslagen op het hoofd, hals, buik en rug heeft toegebracht. N. wilde in de eerste instantie bemiddelen maar werd door G. geraakt waarna ook N. enkele klappen uitdeelde.

 

De twee vrouwen bekenden op het moment van hun aanhouding hun daad. Zij betuigden tijdens de rechtszitting ook enorme spijt. Volgens de raadsman voelde D. zich vernederd en zijn de vrouwen in een opwelling elkaar gaan slaan.

 

De vrouwen hebben geen strafblad en G. heeft aan de mishandeling geen letsel overgehouden. Hier is door de rechter rekening mee gehouden en voor het gerecht reden om de beide vrouwen met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 180 dagen naar huis te sturen. Verder kregen ze van de rechter, conform de eis van de officier van Justitie, een werkstraf van ieder 60 uur die zij binnen één jaar moeten volbrengen.