De gebroeders C. van 15, 18 en 21 jaar kregen straffen opgelegd van respectievelijk 9 en 6 jaar voor de twee oudere broers en 2 jaar opsluiting in een jeugdinstelling voor de jongste van de drie. Het OM had vijftien, twaalf en twee jaar geëist.

Hen werd door het Openbaar Ministerie (OM) diefstal met geweld, afpersing, verkrachting en wederrechterlijke vrijheidsberoving ten laste gelegd.

 

Vuurwapenbezit werd niet door de Rechter bewezen geacht.

 

De mannen hebben volgens de Rechter weerzingwekkende handelingen verricht, de rechtsorde is geschokt en er was sprake van een forse vrijheidsbeneming van de twee slachtoffers door de drie daders.

 

Op 19 mei j.l. werden twee Nederlandse vrouwen, een functionaris van het Openbaar Ministerie (OM) en haar vriendin, overmeesterd door de drie broers, meegenomen naar een gebouw waar zij meerdere malen werden verkracht, om vervolgens de twee slachtoffers geldbedragen van duizend en 500 gulden te laten pinnen.

 

De eerste zitting van de zaak vond op 24 oktober achter gesloten deuren plaats.

 

De jongste verdachte, de vijftienjarige S.M Carmelia, heeft twee jaar gevangenisstraf in een jeugdinrichting opgelegd gekregen. Het OM had twee jaar geëist. Bij de veroordeling werd zijn achtergrond en het feit dat de verdachte zwakbegaafd is in acht genomen. Ook bij zijn twee broers, de achttienjarige R.A. Carmelia en 21-jarige E.V. Carmelia, werd er bij de uitspraak rekening gehouden met hun achtergrond. De verdachten komen volgens het psychologische rapport uit een gezin waar sprake was van verwaarlozing, alcoholmisbruik en geweld.

 

R.A Carmelia heeft zes jaar en E.V Carmelia heeft negen jaar gekregen. Het Openbaar Ministerie had twaalf jaar geëist voor R.A. Carmelia en vijftien jaar voor E.V. Carmelia. Naast dat er rekening is gehouden met de achtergrond van de broers, hield de rechter ook rekening met het feit dat de daders de slachtoffers een ‘aaneenschakeling van weerzinwekkende misdaden heeft gepleegd en de slachtoffers levenslange trauma’s hebben bezorgd.’

 

Het OM heeft een hoger beroep in beraad. Dit bevestigt Norman Serphos, woordvoerder van het OM.  De straffen zijn volgens het OM te laag, onder andere in vergelijking met andere zaken waarbij veel hogere straffen zijn gegeven. Het OM is het ook niet eens dat de rechter de overtreding van de vuurwapenwet niet bewezen acht, aangezien de verdachten de slachtoffers hebben bedreigd met een vuurwapen.