ORANJESTAD — De 20-jarige Christian G. is gisteren door de rechter in eerste aanleg veroordeeld tot acht dagen gevangenisstraf voor het bedreigen van een minderjarige mavo-scholier op 29 mei 2012.

 

De twee jongens die de scholier in elkaar schopten en sloegen kwamen niet opdagen voor de zitting. De zaak tegen hen is daarom aangehouden tot een nader te bepalen datum.

 

Een vete tussen twee ‘gangs’ leidde op 29 mei 2012 tot een vechtpartij waarbij een toentertijd 14-jarige scholier door twee jongens, de 14-jarige en 15-jarige J.F en W.A., op het schoolplein zodanig werd geschopt en geslagen dat hij gewond moest worden afgevoerd door omstanders. De toen 18-jarige G. stuurde het slachtoffer een sms waarin woorden stonden met de strekking dat hij een volgende keer niet geslagen maar neergeschoten zou worden. De moeder van de mishandelde jongen las de sms waarbij ook een foto van een pistool stond afgebeeld. Volgens getuigen zou dit pistool inderdaad bij G. horen. De moeder twijfelde geen moment en meldde zich bij de politie om aangifte te doen.

 

Vervelende sms-en

 

Met een oplettende blik in zijn ogen zit de tenger gebouwde G. in de beklaagdenbank. Hij vertelt hoe de gespannen situatie met het slachtoffer destijds zorgde voor bedreigingen over en weer. “Ik was het niet alleen die vervelende sms’en stuurde”, vertelt hij. “Hij stuurde ook vervelende sms’en naar mij. De ruzie bestond al langer. Niet alleen tussen hem en mij, maar tussen zijn gang en mijn gang.” G. zegt dat hij nu niet meer kan begrijpen waarom het toen zo uit de hand is gelopen. “De gangs zijn uit elkaar gevallen. Ik ben volwassener geworden en zie nu in dat het niet goed is wat ik heb gedaan.”

 

De rechter beaamt wat hij zegt. “Dit valt niet meer onder de noemer ‘kattenkwaad’, dit is overduidelijk een strafbaar feit.” Toch zegt zij ook respect te hebben voor de moed die G. opbrengt om, in tegenstelling tot zijn agressieve handlangers F. en A., toch naar de rechtbank te komen. Ook houdt ze rekening met zijn persoonlijke omstandigheden. G. woont samen met zijn vriendin bij zijn moeder. Zijn broer is zwaar verslaafd aan verdovende middelen en het gezin is op zoek naar een opvanghuis voor de broer. Zelf blijft hij naar eigen zeggen van de drugs af en heeft sinds vier maanden een vaste baan.

 

“Ik vind het knap dat je je leven ondanks de onstabiele thuissituatie op de rails hebt weten te krijgen”, zegt de rechter. “Maar ik kan niet voorkomen dat je strafblad leeg blijft, want je hebt, ondanks dat dit al twee jaar geleden is, een strafbaar feit gepleegd en daar staat een straf op.” Ze legt G. acht dagen celstraf op met aftrek van voorarrest. Omdat G. al acht dagen in voorarrest heeft gezeten, heeft hij zijn straf uitgezeten en is hij op vrije voeten. De inhoudelijke behandeling van de betrokkenheid van F. en A. is tot nadere bepaling aangehouden.

 

Amigoe