Na bedreiging met een vuurwapen gingen de jongens ervandoor met onder andere een telefoontoestel, geld en ook een auto van een bezoeker. Zij raakten hierna tijdens hun vlucht betrokken bij een eenzidige verkeersongeluk tegen een boom waarbij de 4de verdachte K.v.U ten gevolge van de verwondingen kwam te overlijden.

 

N., R. en S. wasten hun handen deels in onschuld. Het was allemaal het idee van de overleden U. Het was ook U. die de vuurwapen volgens hun zou hebben gebruikt. “Niet waar”, zei de Officier van Justitie (OvJ). Getuigen waren duidelijk in hun verklaring aan de politie. N. gebruikte de vuurwapen om de snek-bezoekers te bedreigen. De daders werden herkend door de slachtoffers en de overleden V.U.

 

De OvJ noemde de gewapende overval, door zulke jonge jongens, een “bijzonder ernstige feit”. Zij maakt zich ook ernstige zorgen om de toekomst van de jongens als zij niet de draad weer positief oppakken. Voor wat betreft de eis was het voor de OvJ “samen uit, samen thuis”. Het betreft een diefstal met geweldpleging, oftwel een atrako. “De drie jongens wisten, ondanks hun ontkenning, dat er een vuurwapen in het spel was. Zij gingen op pad om een auto te stelen en kwamen een geschikte auto tegen bij de snek”. Tegen alle drie werd een jeugddetentie van 2 jaar gevraagd. Verder ook Reclasseringsbegeleiding voor alle drie.

Het Gerecht had geen medelijden met de drie. “De daad is wettig en overtuigend bewezen. Ik geloof jullie verhaal niet dat jullie niet wisten dat een overval zou worden gepleegd. Jullie waren alle 4 op pad voor het plegen van een atrako.” 

Het Gerecht ging uiteindelijk deels akkoord met de eis van de OvJ. N. was op het moment van de daad 17 jaar. Hij werd volgens het jeugdstrafrecht veroordeeld tot het maximum straf van 2 jaar jeugddetentie waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Aangezien er geen jeugddetentie op Curacao bestaat zal hij in een speciale “jeugdafdeling” in de gevangenis zijn straf uitzitten. Verder een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde moet hij zich 7 dagen na detentie melden bij de Stichting Reclassering voor verdere begeleiding.

 

S. was 17 jaar op het moment van de daad. Hij werd veroordeeld tot 2 jaar opsluiting in jeugdinrichting Brasami in Otrobanda, een proeftijd van 2 jaar en eveneens meldingsplicht bij Stichting Reclassering na zijn detentie.

 

R. was 18 jaar op het moment van de daad en werd volgens het volwassenstrafrecht veroordeeld. Hij gaat 2 jaar naar de gevangenis waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaar. Ook hij moet zich na detentie onmiddelijk meldden bij de Stichting Reclassering voor verdere begeleiding en het volgen van cursussen. Ook moet hij zich na detentie onderwerpen aan een psychologische behandeling.

 

Tenslotte werd het vuurwapen ontrokken aan het verkeer en door het Gerecht, op het verzoek van de OvJ, verbeurd verklaard.

 

(Openbaar Ministerie Curacao)