WILLEMSTAD - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft op 8 februari 2019 het beroep in cassatie in de zaak Saffier tegen M.E. Tromp ingetrokken. De vrijspraak van Tromp bij vonnis van 13 december 2018 door het Hof, wordt hiermee definitief.

 

In voorjaar 2016 startte een onderzoek naar strafbare feiten gepleegd door de toenmalige directeur van de Centrale Bank van Curacao en Sint Maarten (CBCS). Na afronding van het eerste deel van dat onderzoek, werd Tromp in 2017 gedagvaard voor het plegen van belastingfraude in de privésfeer. Bij vonnis van 17 november 2017 werd Tromp daarvan vrijgesproken. Van dat vonnis ging het OM in hoger beroep, het Hof kwam, overigens om andere redenen, eveneens tot een vrijspraak. Daartegen stelde het OM beroep in cassatie in, die tijd was ook nodig om de verschillende vonnissen in hun samenhang te bestuderen en om te beoordelen of het recht geschonden is.

 

Het OM heeft Tromp gedagvaard voor het opzettelijk doen van een foutieve belastingaangifte. Het Hof deelde die mening niet. Of een belastingaangifte foutief is, en of een verdachte dit opzettelijk heef gedaan, zijn geen juridische vragen, maar vragen van feitelijke aard. Die vragen kunnen niet tot cassatie leiden.

 

De Hoge Raad beoordeelt niet het bewijs, maar de vraag of het recht en de regels zijn nageleefd, dan wel het recht geschonden is. Na onderzoek is het OM tot het oordeel gekomen dat een voortzetting van de cassatie geen redelijk doel dient. Daarom is het beroep vandaag ingetrokken.