WILLEMSTAD — In het hoger beroep dat door afvalverwerkingsbedrijf Selikor tegen Kokomo Beach werd ingesteld, oordeelde de rechter vandaag het volgende: “Selikor zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep.”

 

Deze kosten worden aan de zijde van Kokomo tot op heden begroot op 1233 gulden aan verschotten en 5100 gulden aan salaris voor de gemachtigde.

 

De raadsman van Kokomo, Dave Liqui-Lung, laat weten dat Kokomo blij is met de uitkomst van de zaak. Selikor ging op 11 februari jl. in hoger beroep tegen het vonnis dat in de kort geding-zaak op 22 januari werd uitgesproken. Het afvalverwerkingsbedrijf ging in beroep tegen deze uitspraak. Daarin werd Selikor bevolen om het op Malpais gestorte huishoudelijk afval binnen 24 uur na storting te verwerken en af te dekken, en om de dode dieren meteen in een kuil te deponeren en met voldoende grond af te dekken. Dit op straffe van een dwangsom van 5000 gulden voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij in gebreke bleven, met een maximum van 250.000 gulden.

 

“Tussen de partijen staat het volgende vast: Kokomo is de exploitant van het strand te Vaersenbaai. In de periode van begin december 2013 en half januari 2014, heeft daar een zodanige vliegenplaag geheerst dat lunchen vrijwel onmogelijk was en de keuken gesloten op 26 december en zijn er beperkt snacks en tosti’s verkocht. Selikor exploiteert en beheert de vuilstortplaats Malpais. Kokomo ligt op meer dan een kilometer en minder dan 2 kilometer afstand van Malpais”, aldus de rechter die stelt dat ‘er sprake is van een zodanige mate van aannemelijkheid’, dat de bij Kokomo aangetroffen vliegen afkomstig waren van één of meer bronnen op Malpais.

 

“Het hof leidt uit de mail-correspondentie af dat Selikor ten tijde van de vliegenplaag weliswaar haar eigen normen overschreed, maar dat zij wel van goede wil was en trachtte tot verbetering te komen. Volgens eigen stellingen van Kokomo, kwamen er afgelopen juni en juli weer extra vliegen bij Kokomo, toen Selikor wederom had nagelaten het afval binnen 24 uur af te dekken en de kadavers meteen af te dekken.” De rechter vervolgt dat Kokomo in augustus had aangegeven ‘de laatste tijd geen last meer van vliegen te hebben’.

 

“Hetgeen volgens Kokomo verband hield met het strenge toezicht van de instantie Geneeskunde en Gezondheidszaken (van het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur, GMN). Hieruit leidt het hof af dat Selikor zich ook sinds de uitspraak heeft ingespannen om aan haar eigen normen te voldoen en dat daar ook toezicht op is.” Advocaat Liqui-Lung benadrukt dat op verzoek van Kokomo’s herhaaldelijke meldingen over de heersende omstandigheden bij Malpais, de G&Gz strenger is gaan toezien op naleving van de normen. “Onder die omstandigheden acht het hof het niet nodig dat er dwangsommen aan de bevelen verbonden zijn of worden. Dit laat de mogelijkheid onverlet dat als in de toekomst sprake is van zodanig gedrag van Selikor jegens Kokomo, deze in kort geding met succes zal kunnen verzoeken om een bevel dat versterkt wordt met dwangsommen.”

 

Bron: Amigoe

 

In deze zaak werd Kokomo Beach vertegenwoordigd door advocaat Dave Liqui-Lung van De Winter Liqui Lung Advocaten. Selikor werd vertegenwoordigd door Robert Bottse en Michiel Noordhoek van HBN Law.