Confidence in the future
- March 19, 2008 6:40 AM
On March19th, 2008, the Prime Minister of the Netherlands Antilles held a speech for members of the Curacao Chamber of Commerce and Industry, entitled "Confidence in the future". This speech addresses in particular the the upcoming political changes and the consequences of such changes for Curacao. Here you can read the entire text of the speech in Dutch.
Vertrouwen in de toekomst
Dames en heren,
‘Vertrouwen in de Toekomst’: vandaag hebben wij het dus over twee zaken: over vertrouwen en over de toekomst.
Een toekomst is er altijd. Voor ons als individu (hopen wij) én voor ons als gemeenschap. Wat die toekomst precies zal inhouden weten we nooit zeker, maar we kunnen wél proberen die toekomst te beïnvloeden.
Vertrouwen betekent dat wij ons geen zorgen hoeven te maken. Dat we voldoende kansen zien om onze doelen te bereiken. Ook hier weer als individu én als gemeenschap.
Maar hiermee is niet alles gezegd. Om te beginnen leven wij in een bijzondere tijd. Onze gemeenschap is meer dan ooit in beweging vooral vanwege de veranderingen in de staatkundige structuur die steeds duidelijker vormen aannemen.
Maar ook buiten de eilanden gebeurt er van alles en nog wat. Ik noem maar: de stijging van de olieprijs, de spanningen tussen onze buurlanden Venezuela, Colombia en Ecuador, de verharding in de Nederlandse politiek met mensen als Wilders, Verdonk en Brinkman, de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten, de voortdurende dreiging van het terrorisme en ga zo maar door.
Maar laten wij dicht bij huis blijven: de staatkundige veranderingen. Als wij in grote lijnen de historische achtergrond bezien, dan kunnen we het volgende opmerken.
In referenda gehouden op alle vijf eilanden koos de bevolking er in overgrote meerderheid voor om deel uit te blijven maken van het Koninkrijk. Op Curaçao en Sint Maarten koos men ervoor autonoom land in het Koninkrijk te worden, op Bonaire, Statia en Saba om deel van Nederland te worden. Deze uitdrukkelijke wens van de bevolking is dan ook het uitgangspunt voor de regering.
Eind 2005 werd er een zogenaamde start-rondetafelconferentie gehouden op Curaçao. Daar is toen inderdaad besloten dat Curaçao en Sint Maarten land binnen het Koninkrijk zullen worden en dat Bonaire, Saba en Sint Eustatius deel uit zullen gaan maken van Nederland.
Belangrijk is ook dat toen al, dus eind 2005, unaniem besloten is dat er sprake moest zijn van een ‘gezonde startpositie’ en dat Nederland met een oplossing zou komen voor de ondragelijke staatsschuld, niet alleen voor de Antillen van nu, maar óók voor elke nieuwe entiteit. Ik benadruk dat toen alle partijen van alle eilanden zich ervoor hebben uitgesproken het staatkundig proces te koppelen aan een financiële gezondmaking. Alle partijen!
Ook is er toen gesproken over ( ik citeer) ‘een deugdelijk begrotingsbeleid, het op orde brengen van het financieel beheer, een effectief toezichtskader, het voorkomen van nieuwe schuldopbouw en het nakomen van internationale verplichtingen’.
Ook daaronder staan de handtekeningen van alle aanwezigen.
Overigens merk ik op dat toen ook al besloten werd dat bij het opstellen van de constituties, de wetgeving en het overheidsapparaat van de nieuwe landen van het Koninkrijk de bepalingen van het Statuut in acht worden genomen.
We zijn nu meer dan twee jaar verder en in de tussentijd is er van alles en nog wat gebeurd. In november 2006 werd in Den Haag een slotverklaring getekend tussen Nederland, Sint Maarten en Curaçao, waarin afspraken werden vastgelegd hoe cruciale terreinen als de rechtspleging en de rechtshandhaving, het financieel beheer – waaronder de schuldsanering – en de sociaal economische ontwikkeling voor de nieuwe landen moet worden geregeld.
Om te beginnen is afgesproken dat Nederland de schulden van het Land en van Curaçao voor een groot deel zal overnemen, waarbij ook afspraken werden gemaakt over het financieel toezicht. Dat financieel toezicht is vooral in ons eigen belang en voorkomt dat er na verloop van tijd weer schulden gaan ontstaan.
Door de schuldsanering zullen in ieder geval de jaarlijkse rentelasten van ruim 300 miljoen dalen tot onder de 100 miljoen gulden per jaar. Dat schept ruimte op de begroting voor beleid, onder meer op sociale vlak.
Ik merk hier op dat investeren in de mens, het verbeteren van het welzijn van de bevolking bij alles voorop staat. Niet alleen in de nieuwe staatkundige structuur: ook nu al heeft dit alle aandacht van de overheid.
Omdat ook Nederland de noodzaak inzag voor investering in de sociale sector zijn in november ook afspraken gemaakt over een ‘sociaal-economisch initiatief’ (SEI). Voor het land en voor elk van de eilanden is extra geld beschikbaar gesteld voor het bestrijden van de armoede, voor het stimuleren van economische projecten, voor het verbeteren van het onderwijs, enz. Voor Curaçao gaat het om een bedrag van ruim zestig miljoen gulden.
Eerder al stelde Nederland per eiland zo’n twee miljoen beschikbaar voor zogenaamde ‘quick wins’: projecten op sociaal-economisch terrein die op korte termijn kunnen worden uitgevoerd.
Een derde onderwerp waarover in de slotverklaring overeenstemming werd bereikt is een extra investering in het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen om de criminaliteit te bestrijden en de veiligheid te vergroten.
In het Plan Veiligheid is inmiddels 44 miljoen geïnvesteerd door Nederland en 11 miljoen door de Antillen zelf.
Tenslotte zijn er ook afspraken gemaakt over een gemeenschappelijk hof en over de rechtshandhaving. Rechtszekerheid is een van de pijlers van onze gemeenschap en het is dan ook van het grootste belang dat ook in de nieuwe structuur die rechtszekerheid gegarandeerd wordt. U als ondernemer en investeerder als geen ander weet hoe belangrijk dit is voor de economische ontwikkeling van een land.
Deze afspraken vormen het raamwerk voor een betrouwbaar rechtssysteem en voor een doelmatige en integere overheid waarop de burgers en het bedrijfsleven kunnen vertrouwen. Dat er weer vertrouwen was bleek meteen na ondertekening van het slotakkoord, al was dat toen van korte duur omdat de eilandsraad de slotverklaring afwees. Het zou tot augustus 2007 duren voor het vertrouwen weer hersteld werd, zoals wij straks zullen zien.
Over die slotverklaring nog dit: op één punt van het akkoord waren er vanaf het begin bedenkingen bij de Curaçaose deelnemers aan het overleg: op de zogenaamde bevoegdheid van de Nederlandse minister van justitie, in zijn hoedanigheid als lid van de ministerraad van het Koninkrijk, om aanwijzingen te geven aan de procureur-generaal van de nieuwe landen. De vraag is toen gesteld of dit niet in strijd zou zijn met de bepalingen van het Statuut.
Bij terugkeer van de delegatie uit Nederland heeft de eilandsraad van Curaçao de slotverklaring verworpen, waarna een nieuw bestuurscollege aantrad. Sint Maarten en de BES-eilanden gingen wel akkoord met de gemaakte afspraken en zetten het proces om te komen tot staatkundige vernieuwing voort.
Het Curaçaose bestuurscollege heeft toen geen alternatieven aangedragen, zodat Curaçao acht maanden aan de zijlijn bleef staan. Acht maanden stilstand, totdat na de verkiezingen een nieuw bestuurscollege, bestaande uit de PAR, de PNP en de FOL aantrad en op 28 augustus een ‘toetredingsakkoord’ werd getekend. Sindsdien is het eiland weer volop partner bij de onderhandelingen en wordt er alles aan gedaan om de achterstand die was ontstaan weer in te halen.
U zult het met mij eens zijn, dat het niet niks is om op een geordende manier, zonder chaos te veroorzaken, een land op te heffen en tegelijkertijd nieuwe landen en structuren op te bouwen. Zeker niet als dat moet gebeuren met een relatief klein ambtenarenapparaat dat er daarnaast ook nog voor moet zorgen dat de normale dagelijkse werkzaamheden gewoon doorgaan.
Om het nog ingewikkelder te maken, zijn er ook nog trajecten waar de overheid helemaal geen greep op heeft: de advisering door de Raad van Advies en de Raad van State en de besluitvorming in de diverse volksvertegenwoordigingen. Wat dat laatste betreft: zowel de eilandsraden van Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Statia en Saba, de Staten, de Tweede en de Eerste Kamer moeten zich uitspreken over het eindresultaat.
En dan laat ik even referenda en verkiezingen buiten beschouwing. Zoals u weet heeft de eilandsraad van Curaçao besloten dat de bevolking zich in een referendum moet uitspreken over het eindresultaat van de onderhandelingen. Sint Maarten wil dat er voor het ingaan van de nieuwe status verkiezingen worden gehouden.
Om een beeld te krijgen over de voortgang in het proces van de staatkundige veranderingen wordt er nu gewerkt aan een advies dat binnenkort zal uitkomen.
In het verleden is als datum van ingaan van de nieuwe staatkundige structuur 1 juli 2007 genoemd en daarna van 15 december 2008, zonder dat men voldoende besefte wat er allemaal nog moest gebeuren. Nu hebben wij deskundigen gevraagd een inventarisatie te maken van wat er nog moet gebeuren, gekoppeld aan een reëel tijdsschema. Daarmee hopen wij binnen een paar weken duidelijkheid te krijgen over de haalbaarheid van 15 december 2008, zodat iedereen weet waar wij aan toe zijn.
U kunt ervan op aan dat alles op alles wordt gezet om tempo te maken, om geen tijd te verliezen. Want er staat enorm veel op het spel! Hoe eerder de eilanden hun nieuwe status hebben, hoe eerder wij onze aandacht volledig kunnen richten op het welzijn van de bevolking, aan de vooruitgang van ons land. Want dáár gaat het uiteindelijk om: om de toekomst positief te beïnvloeden. Om mensen weer vertrouwen te geven in hun toekomst.
Maar: er zijn krachten die het proces willen stopzetten. Als argument wordt aangevoerd dat de autonomie wordt aangetast, dat onze eilanden worden “verkocht” en worden ‘geherkoloniseerd’ door Nederland.
Ik wil duidelijk zijn. Toen Curaçao zich in augustus 2007 weer bij het proces aansloot, werden er een aantal zogenaamde ‘pijnpunten’ geformuleerd, waar rekening mee moest worden gehouden bij de onderhandelingen. Het ging bij die pijnpunten vooral om de vraag of hetgeen was afgesproken geen afbreuk deed aan onze autonomie, niet in strijd was met het Statuut.
Ik kan u zeggen dat met die pijnpunten terdege rekening is gehouden .
Het eerste punt was om het aantal consensusrijkswetten beperkt te houden. In een consensusrijkswet bepalen de partners in het Koninkrijk vrijwillig om bepaalde zaken, die tot de eigen autonome bevoegdheid horen, gezamenlijk uit te voeren.
Het aantal consensusrijkswetten is inderdaad beperkt gehouden, zoals de eilandsraad dat wilde.
De afspraken over de sanering van de schulden en de financiering van het Sociaal Economisch Initiatief zijn en worden nader geconcretiseerd. Bij de vormgeving van het financieel toezichtorgaan zijn ook weer de nodige waarborgen voor de eigen bevoegdheden, de autonomie, ingebouwd.
Over het meest gevoelige punt, dat van de aanwijsbevoegdheid, waar al in november 2006 bedenkingen over waren, is verder onderhandeld. Op 16 februari van dit jaar is er uiteindelijk overeenstemming bereikt over de vorm van een rijkswet waarin onder meer deze aanwijsbevoegdheid geregeld wordt. Met Nederland is afgesproken dat deze wet aan de Raad van State wordt aangeboden met de expliciete vraag om na te gaan of de aanwijsbevoegdheid niet in strijd is met het Statuut. Met onze autonomie dus.
Al met al is zeker 80 à 90 % van de pijnpunten opgelost.
Let wel: het gaat hier om onderhandelingen. Onderhandelen is een zaak van geven en nemen. Alles krijgen en niets geven is geen onderhandelen. En als ik diep in mijn hart kijk, en ik geloof ook in uw hart, dan kan ik alleen concluderen dat wij meer krijgen dan dat wij hebben gegeven.
We mogen dan ook met zijn allen trots zijn op onze onderhandelaars!
Natuurlijk is het goed om op details te letten, puntjes op de i te zetten, en zoveel mogelijk binnen te halen. Maar dat is niet het belangrijkste. Belangrijker is dat we de hoofdzaak niet uit het oog verliezen. Onze belangrijkste opdracht is vorm geven aan de wens van de bevolking, zoals die tot uitdrukking is gekomen in de referenda en om zorg te dragen voor het welzijn van de bevolking.
In het referendum heeft de bevolking van Curaçao ervoor gekozen om een autonoom land te worden binnen het Koninkrijk. Binnen het Koninkrijk, herhaal ik.
Dat betekent dat het Koninkrijk ook voor onze bevolking betekenis heeft, dat van ons verwacht wordt dat wij bereid zijn binnen dat Koninkrijk en binnen de grenzen van het Statuut samen te werken met de andere partners. Uit vrije wil en met respect voor elkaar!
Partners overigens, van wie één ook nog eens heeft aangeboden ons in staat te stellen met ‘een gezonde startpositie’ de nieuwe staatkundige status in te gaan. Nederland is bereid een door onszelf opgebouwde schuld van vijf miljard gulden over te nemen! Vijf miljard, vijf duizend miljoen gulden… Ik denk dat de meesten van ons niet eens beseffen hoeveel geld dat is.
En het gaat niet om een lening, die terug moet worden betaald, maar om een schenking! Nederland neemt onze schuld gefaseerd over. Dat betekent dat naarmate leningen vervallen, die door Nederland worden overgenomen en betaald.
Daarbij is afgesproken dat er een gezamenlijk financieel toezicht zal zijn: Nederland, Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden zien er samen op toe dat de gemaakte afspraken over begrotingsdiscipline en financieel beheer worden nageleefd.
Is er een ander land dat zo’n aanbod doet? Hoe zouden wij ons ten opzichte van onze kinderen en kleinkinderen kunnen verantwoorden als wij zo'n aanbod afslaan?
Die schuldsanering is voor de BES-eilanden al ingegaan. Voor het Land, Curaçao en Sint Maarten gaat de schuldsanering in zodra de consensusrijkswet inzake het financieel toezicht van kracht wordt. Over die rijkswet is overeenstemming bereikt en de technische uitwerking ervan vindt nu plaats. Naar het zich laat aanzien is het halverwege dit jaar zover dat de schulden van het Land en van de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten gefaseerd worden overgenomen (mits natuurlijk voldaan wordt aan de bepalingen inzake het financieel toezicht). Met het ingaan van de nieuwe status wordt dan het restant van de schuld overgenomen.
Met het overnemen van de schuld verandert in één klap de financieel-economische situatie van ons land en van de nieuwe entiteiten van een desastreuze en uitzichtloze in een gunstige. De overheid krijgt weer ruimte om te investeren in de sociale sector, het onderwijs, de economie, de volksgezondheid en noem zo maar op.
U als ondernemer weet, beter dan ik, dat het rendement op een investering in een land in belangrijke mate bepaald wordt door de financieel-economische situatie, de rechtszekerheid, de deugdelijkheid van bestuur en de vooruitzichten van dat land.
Het is dan ook niet voor niets dat er van de kant van investeerders weer vertrouwen is in de toekomst van onze eilanden. De signalen zijn er na 28 augustus 2007 te over op ons eiland: investeringen in de bouw, in het toerisme, het overschrijven van de intekening op de laatste obligatielening, noem maar op. Stuk voor stuk zijn het signalen dat het vertrouwen in de toekomst van ons land er bij de investeerder weer is.
Er is – zo realistisch zijn we wel – nog een hele weg te gaan voor we zijn waar we uiteindelijk willen uitkomen. Maar de route is uitgezet, er is vooruitgang, we zijn vol goede moed op weg en we weten dat we uiteindelijk de wens van de bevolking vorm zullen geven. Dat we met zijn allen de nieuwe staatkundige status in kunnen gaan: zónder die afschuwelijke schuld, met de nodige waarborgen voor een deugdelijk bestuur, voor de rechtszekerheid en vooral ook met voldoende perspectieven voor elk van ons voor een menswaardig bestaan, voor een veel belovende toekomst.
Het is goed hier op te merken dat wij geen tijd te verliezen hebben. Wij moeten beseffen dat de huidige Nederlandse regering weliswaar positief staat tegenover het staatkundig proces en de overname van onze schulden, maar dat er steeds meer andere politici zijn die daar heel anders over denken. Die zich afvragen of die twee miljard euro niet beter in Nederland zelf kan worden besteed.
Tijdens de nationale dialoog enkele weken geleden heeft oud-gouverneur Saleh gewaarschuwd voor de steeds verdere verrechtsing in de Nederlandse politiek. De sympathie voor de Antillen neemt steeds verder af en het risico bestaat dat een volgende Nederlandse regering niet bereid zal zijn de afspraken na te komen. Het is dan ook van het grootste belang om zo snel mogelijk het proces van de staatkundige hervorming en de daaraan gekoppelde schuldsanering af te ronden.
Ik maak mij dan ook zorgen om krachten in de maatschappij die willen verhinderen dat wij ons doel zullen bereiken. Bewust heb ik het niet over mensen die een andere mening hebben. Verschil van mening moet kunnen. Daar kunnen wij over praten, we kunnen proberen elkaar te overtuigen. Ik sta open voor overleg en heb dat bij verschillende gelegenheden laten merken. Niet alleen nu, maar eerder ook al.
Waar ik op doel is het pogen van sommigen om zaken die in het geheel niets te maken hebben met het proces van staatkundige herstructurering te koppelen aan dat proces. Zoals bij de protesten van de afgelopen weken, waarbij de recente prijsstijgingen gekoppeld worden aan de resultaten van de onderhandelingen met Nederland. Alsof het één met het ander te maken zou hebben.
Feit is echter wel dat de stijging van de kosten van levensonderhoud zeer zorgwekkend is. Vooral voor de zwakkeren onder ons. Voor de mensen die rond moeten komen van een minimumloon, van een onderstanduitkering of van hun ouderdomspensioen. Mensen die iedere dag minder te besteden hebben en zich terecht zorgen maken over hun toekomst, over de toekomst van hun gezin, hun kinderen.
Dat alles duurder wordt door factoren die geen van ons in de hand heeft, begrijp ik. Maar dat neemt niet weg dat wij moeten proberen degenen die het moeilijk hebben te helpen. Structureel natuurlijk door meer banen, beter onderwijs, betere huisvesting, betere gezondheidszorg en al dat soort zaken waar de overheid wat aan kan doen, inclusief – en ik zeg het met nadruk! – een aanpassing van de minumumlonen aan de gestegen kosten van levensonderhoud. Om mensen in staat te stellen op menswaardige manier in eigen onderhoud en dat van hun familie te voorzien. Wij staan er niet bij stil, maar zou u uw familie kunnen onderhouden van een minimumloon?
En op korte termijn zijn er extra maatregelen nodig om de sociaal zwakkeren zoveel mogelijk te ontzien, zoals de onderstandtrekkers en de mensen met een klein pensioen. Daar worden de gelden van de zgn. ‘quick wins’ (zo’n twee miljoen per eiland) en van het Sociaal Economisch Initiatief (voor Curaçao alleen al ruim 60 miljoen gulden) voor ingezet.
Daarnaast komt het bestuurscollege van Curaçao binnenkort met een pakket extra steunmaatregelen om de meest hulpbehoevenden tegemoet te komen.
Maar er ligt niet alleen een taak voor de overheid. Ook voor het bedrijfsleven is er een taak weggelegd. In de eerste plaats om de prijzen laag te houden. Maar ook door meer betrokken te zijn bij het maatschappelijk gebeuren in de wijken, het inzetten van menselijk kapitaal, het actief deelnemen aan werkgroepen, enz.
Bijzondere tijden vereisen bijzondere inspanningen. Het kan zo zijn dat uw organisatie niet uitgerust is om prijzen te controleren of om uw leden op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid aan te spreken. Maar in een samenleving waarin mensen zich onzeker en bedreigd voelen door alsmaar stijgende prijzen, moet het bedrijfsleven de bestaande grenzen van haar belangenbehartiging overschrijden.
De praktijk laat immers zien dat de sociaal zwakkeren – ondanks een sterker wordende economie – toch in de knel kunnen komen te zitten. We mogen niet uit het oog verliezen dat economie en welzijn rechtstreeks met elkaar te maken hebben.
Ik doe daarom een dringend beroep op u als ondernemers, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, om op korte termijn een helpende hand te bieden. En om even kritisch te zijn en even doeltreffende oplossingen aan te dragen als wij van u gewend zijn in uw waardevolle adviezen.
Kortom ik doe een beroep op u om mee te helpen het vertrouwen in de toekomst van onze gemeenschap, van uw gemeenschap, te vergroten, vooral bij diegenen die het nu moeilijk hebben en die het vanwege de ontwikkelingen in de wereld nog moeilijker zullen krijgen.
Vertrouwend in de toekomst. Want vertrouwen is goud waard. Vertrouwen maakt dat mensen zich zullen inzetten voor hun gemeenschap. Vertrouwen geeft zekerheid: voor het individu, voor de overheid en niet in de laatste plaats ook voor het bedrijfsleven, de investeerder.
Ik geloof in de toekomst van deze eilanden. We hebben het potentieel om er iets bijzonders van te maken. En nu staan we op een uniek punt in onze geschiedenis. We hebben de keuze om financieel én bestuurlijk en staatkundig orde op zaken te stellen, om daarna samen onze schouders eronder te zetten om ook de sociale achterstand in onze gemeenschap in te halen. Zo bouwen wij een gemeenschap op waar we met recht trots op kunnen zijn. Een toekomst die wij allen wensen voor onszelf, voor onze kinderen en voor onze kleinkinderen. Ik vertrouw erop dat ook u uw steun zult geven om dit waar te maken. Dan kunnen wij met overtuiging zeggen: ”Wij hebben het volste vertrouwen in de toekomst!”
Ik dank u voor uw aandacht.
Lawyer Roeland Zwanikken considers legal action against ABN AMRO Bank
- May 08, 2021 6:14 PM
Fiscaal onderzoek bij notariskantoren vinden doorgang
- May 07, 2021 8:04 AM
Juridische miljoenenstrijd tussen BNP Paribas en Italiaanse prinses verhardt
- February 22, 2021 4:51 PM
- Bezit van Italiaanse Crociani-familie op Curaçao mag van rechter worden verkocht
- De Crociani's ruziën al jaren met BNP Paribas over een claim van $100 mln
- Curaçaos trustkantoor United Trust heeft 'geen enkele relatie meer' met Camilla Crociani